Grondslagen voor financiële verslaggeving
Algemene informatie
Stedin Holding N.V. (hierna Stedin Groep) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht, statutair gevestigd te Rotterdam, houdstermaatschappij van dochterondernemingen en geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24306393.
De belangrijkste activiteit van Stedin Groep is het realiseren van een veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening. Dit doen de netbeheerders van Stedin Groep, Stedin Netbeheer en Enduris, enerzijds door het aanleggen, beheren en toekomstbestendig maken van de elektriciteits- en gasnetten en anderzijds door het faciliteren van de energiemarkt. Stedin Netbeheer is actief in de provincies Zuid-Holland, Utrecht en in delen van de regio's Noordoost-Friesland en Kennemerland. Enduris is actief in de provincie Zeeland. Dochteronderneming DNWG Infra verleent diensten met betrekking tot energie infrastructuur aan zakelijke klanten. Utility Connect is een joint operation met Alliander op het gebied van datacommunicatie voor de slimme meter.
Stedin Netbeheer en Enduris opereren naast vijf andere Nederlandse regionale netbeheerders in een gereguleerde markt. ledere regionale netbeheerder is een monopolist binnen zijn verzorgingsgebied. Regulering houdt in dat de taken die de netbeheerder uitvoert bij wet bepaald zijn en de tarieven bepaald worden door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het reguleringsmodel stimuleert netbeheerders door middel van een maatstafmodel zo goed (efficiënt en kwalitatief) mogelijk te presteren.
Voor meer informatie over de samenstelling van de Groep wordt verwezen naar toelichting 3 Operationele segmenten en het overzicht 36 Overzicht dochterondernemingen.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld door de raad van bestuur van Stedin Groep. De jaarrekening 2019 is ondertekend door zowel de raad van bestuur als de raad van commissarissen van de vennootschap in de vergadering van 23 maart 2020 en is op 13 mei 2020 vastgesteld door de Algemene vergadering van Aandeelhouders.
Tenzij anders vermeld, zijn alle in dit jaarverslag opgenomen bedragen in miljoenen euro. Het historische kostenprincipe wordt gehanteerd. In afwijking hiervan geldt dat bepaalde activa en verplichtingen, waaronder materiële vaste activa en derivaten, tegen reële waarde worden gewaardeerd. Tenzij anders vermeld, zijn deze waarderingsgrondslagen consistent toegepast voor alle boekjaren die in deze jaarrekening zijn opgenomen. De in de jaarrekening gehanteerde grondslagen van waarderingen en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de vennootschap.
Belangrijke gebeurtenissen in 2020
Er hebben zich in 2020 geen gebeurtenissen voorgedaan die een significante onzekerheid zijn voor het vermogen en resultaat per einde boekjaar 31 december 2020. Zie voor meer details ons jaarverslag.
Corona
Corona heeft geleid tot het noodzakelijke uitstellen van voornamelijk klantgerelateerd werk en het herplannen van werk. De uiteindelijke impact was, met een negatieve impact van ongeveer € 6 miljoen op het bedrijfsresultaat, beperkt. De impact van Covid 19 was met name een lagere omzet grootverbruik en hogere kosten voor uitval van eigen personeel door ziekteverzuim en quarantainemaatregelen bij ziektesymptomen deels gecompenseerd door lagere kosten van uitbesteed werk door het lagere activiteitenniveau.
Energietransitie
De energietransitie is naast een operationele uitdaging vooral ook een financieringsuitdaging. Stedin verwacht in de periode tot 2030 zo'n 7 miljard te moeten investeren. Dit bedrag zal deels worden gefinancierd door positieve operationele kasstromen en kan deels geleend worden, maar Stedin verwacht ook een bedrag van tussen de 750 miljoen en 1 miljard euro aan extra eigen vermogen nodig te hebben. Daarover is Stedin in gesprek met haar aandeelhouders. Voor de invulling van de eigen vermogen behoefte op korte termijn zal Stedin een kapitaalvraag doen van 200 miljoen.
Aanpassingen tarief voor de vennootschapsbelasting
In december 2020 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel goedgekeurd om het tarief voor de vennootschapsbelasting te verhogen naar 25% in 2021 en volgende jaren. In 2019 is nog gerekend met tarieven van 25% voor 2020 en 21,7% vanaf 2021, wat in 2019 de toekomstige wettelijke tarieven waren, welke in 2020 terug zijn aangepast naar 25%. Dit betekent dat de uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen worden afgerekend tegen het tarief van 25%. De waardering van de uitgestelde belastingvorderingen en verplichtingen per 31 december 2020 is gebaseerd op het tarief van 25%. Voor de toelichting, zie 17 Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen.
International Financial Reporting Standards (IFRS)
De geconsolideerde jaarrekening van Stedin Groep is opgesteld in overeenstemming met de per 31 december 2020 geldende IFRS zoals goedgekeurd door de Europese Unie (EU), en de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW. IFRS omvat zowel de IFRS-standaarden als de International Accounting Standards van de International Accounting Standards Board (IASB) en de interpretaties van IFRS- en IAS-standaarden van respectievelijk de IFRS Interpretations Committee (IFRIC) en het Standing Interpretations Committee (SIC). Waar noodzakelijk zijn waarderingsgrondslagen van joint operations en deelnemingen in overeenstemming gebracht met die van Stedin Holding N.V. De geconsolideerde jaarrekening is met toepassing van het continuïteits- en het toerekeningsbeginsel opgesteld.
Gewijzigde IFRS-standaarden en interpretaties
De volgende wijzigingen in bestaande IFRS-standaarden die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd met ingang van het boekjaar 2020, zijn relevant voor Stedin Groep en zijn toegepast bij het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening.
Interest Rate Benchmark Reform - amendments
De IASB heeft de 'Interest Rate Benchmark Reform - phase II' gepubliceerd (Wijzigingen in IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en IFRS 16) als een reactie op de mogelijke effecten die de IBOR-hervorming zou kunnen hebben op financiële rapportages, wanneer een interest rate benchmark vervangen wordt.
Interbank offered rates (IBOR's) zijn rentereferentietarieven, zoals LIBOR, EURIBOR en TIBOR, die de kosten voor het verkrijgen van ongedekte financiering vertegenwoordigen, in een bepaalde combinatie van valuta en looptijd en in een bepaalde interbancaire leningmarkt. Recente marktontwikkelingen hebben de levensvatbaarheid op lange termijn van die benchmarks in twijfel getrokken.
Deze wijzigingen hebben geen gevolgen voor de jaarrekening van Stedin Groep, doordat de marktrente gebruikt voor de hedge accounting niet is gewijzigd. Stedin heeft daarnaast enkel financiële instrumenten op de balans welke gekoppeld zijn aan de Euribor, welke reeds voldoet aan de Europese Benchmarkverordering voortvloeiend uit deze wijziging en dus niet vervangen hoeft te worden.
Covid-19 gerelateerde huurconcessies - wijziging van IFRS 16
In mei 2020 heeft de IASB Covid-19-gerelateerde huurconcessies (wijziging van IFRS 16) uitgegeven die praktische verlichting bieden aan huurders bij de verantwoording van huurconcessies die plaatsvinden als direct gevolg van Covid-19, door het introduceren van een praktische vrijstelling voor IFRS 16, met de effectiviteit vanaf oktober 2020.
Deze wijziging heeft geen impact op de jaarrekening van Stedin Groep, er zijn geen huurconcessies afgesproken tussen Stedin Groep en de verhuurders.
Conceptual Framework herzien
De IASB heeft het Conceptual Framework herzien. De IASB heeft ook referenties in standaarden bijgewerkt zodat deze naar het nieuwe Framework verwijzen. De IASB heeft geen wijzigingen in standaarden aangebracht om de aanpassingen in het raamwerk te weerspiegelen, zoals het wijzigen van de definities van activa en passiva in de standaarden.
De gemaakte aanpassingen hebben geen impact op de jaarrekening van Stedin Groep.
Definitie van materialiteit - wijzigingen in IAS 1 en IAS 8
De IASB heeft wijzigingen in de definitie van materialiteit doorgevoerd als reactie op de zorgen die entiteiten ervaren bij het maken van materialiteitsoordelen bij het opstellen van de financiële jaarrekeningen.
Deze wijzigingen hebben geen impact op de jaarrekening van Stedin Groep.
IFRS 3 - 'Definition of a business'
De IASB heeft 'Definition of a Business (Amendments to IFRS 3)' uitgegeven, gericht op het oplossen van de problemen die ontstaan wanneer een entiteit vaststelt of zij een bedrijf of een groep activa heeft verworven.
Deze wijzigingen hebben geen impact op de jaarrekening van Stedin Groep.
Nieuwe IFRS-standaarden en interpretaties die op latere boekjaren betrekking hebben
De volgende nieuwe IFRS-standaarden die door de Europese Commissie zijn goedgekeurd maar nog niet verplicht van toepassing zijn in 2020, zijn relevant voor Stedin Groep en worden toegepast vanaf 1 januari 2021:
Wijzigingen in IFRS 10 en IAS 28 – Verkoop of inbreng van activa tussen een investeerder en zijn deelneming of joint venture
De wijzigingen in IFRS 10 en IAS 28 hebben betrekking op situaties waarin er een verkoop of inbreng van activa is tussen een investeerder en zijn deelneming of joint venture. De wijzigingen stellen met name dat winsten of verliezen die voortvloeien uit het verlies van zeggenschap over een dochteronderneming die geen bedrijf omvat in een transactie met een deelneming of joint venture die administratief wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode, worden opgenomen in de winst of verlies alleen voor zover de belangen van de niet-verbonden investeerders in die deelneming of joint venture vallen. Evenzo worden winsten en verliezen die voortvloeien uit de herwaardering van investeringen die zijn behouden in een voormalige dochteronderneming (die een deelneming of een joint venture is geworden die administratief wordt verwerkt volgens de vermogensmutatiemethode) tegen reële waarde opgenomen in de winst of het verlies van de voormalige moedermaatschappij, alleen voor de omvang van de belangen van niet-gerelateerde investeerders in de nieuwe deelneming of joint venture.
De ingangsdatum van de wijzigingen moet nog worden vastgesteld door de IASB, eerdere toepassing van de wijzigingen is echter toegestaan. De verwachting is dat de toepassing van deze wijzigingen een impact kunnen hebben op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep in toekomstige perioden, mochten dergelijke transacties zich voordoen. Stedin Groep heeft geen overige, niet toegelichte, voorgenomen transacties die een impact kunnen hebben.
Wijzigingen in IAS 1 – Classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend
De wijzigingen in IAS 1 hebben alleen invloed op de presentatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend in de balans en niet op het bedrag of het tijdstip van opname van een actief, verplichting, baten of lasten, of de informatie die over die posten wordt verstrekt.
De wijzigingen verduidelijken dat de classificatie van verplichtingen als kortlopend of langlopend is gebaseerd op rechten die aan het einde van de verslagperiode bestaan, specificeren dat de classificatie niet wordt beïnvloed door verwachtingen over de vraag of een entiteit haar recht zal uitoefenen om de afwikkeling van een aansprakelijkheid, leggen uit dat er rechten bestaan als aan convenanten wordt voldaan aan het einde van de verslagperiode, en introduceren een definitie van 'afwikkeling' om duidelijk te maken dat afwikkeling verwijst naar de overdracht aan de tegenpartij van geldmiddelen, eigenvermogensinstrumenten, andere activa of diensten.
De wijzigingen worden met terugwerkende kracht toegepast voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2023, waarbij vervroegde toepassing is toegestaan. Deze wijzigingen hebben geen impact op de jaarrekening van Stedin Groep.
Wijzigingen in IFRS 3 – Verwijzing naar het Conceptual Framework
De wijzigingen actualiseren IFRS 3 zodat het verwijst naar het 2018 Conceptual Framework in plaats van het 1989 Framework.
Deze wijzigingen hebben geen impact op de jaarrekening van Stedin Groep.
Wijzigingen in IAS 37 – Verlieslatende contracten - kosten voor het nakomen van een contract
De wijzigingen specificeren dat de ‘kosten voor het vervullen’ van een contract de ‘kosten die rechtstreeks verband houden met het contract’ omvatten. Kosten die rechtstreeks verband houden met een contract bestaan uit zowel de incrementele kosten voor het vervullen van dat contract (voorbeelden zijn directe arbeid of materialen) als een toerekening van andere kosten die rechtstreeks verband houden met het nakomen van contracten (een voorbeeld is de toerekening van de afschrijvingskosten voor materiële vaste activa die worden gebruikt bij de uitvoering van het contract).
De wijzigingen zijn van toepassing op contracten waarvoor de entiteit nog niet aan al haar verplichtingen heeft voldaan aan het begin van de jaarlijkse verslagperiode waarin de entiteit de wijzigingen voor het eerst toepast. Vergelijkende cijfers worden niet aangepast. In plaats daarvan moet de entiteit het cumulatieve effect van de eerste toepassing van de wijzigingen opnemen als een aanpassing van de openingsbalans van de overige reserves of een andere component van het eigen vermogen, waar van toepassing, op de datum van eerste toepassing.
De wijziging is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2022, waarbij vervroegde toepassing is toegestaan. De verwachting is dat deze wijzigingen geen impact zullen hebben op de jaarrekening van Stedin Groep.
Jaarlijkse verbeteringen aan de IFRS Standaarden 2018–2020
De jaarlijkse verbeteringen omvatten wijzigingen van vier standaarden.
Wijzigingen in IFRS 1 en IAS 41 zijn niet van toepassing voor Stedin Groep, daar Stedin Groep IFRS al langer toepast (IFRS 1) en geen agrarisch bedrijf is (IAS 41). De aanpassing van IFRS 16 betreft enkel het verwijderen van een voorbeeld, derhalve niet van toepassing op de jaarrekening van Stedin Groep.
De aanpassing, die mogelijk wel impact heeft, betreft:
IFRS 9 'Financiële Instrumenten'
De wijziging verduidelijkt dat, wanneer de '10 procent' test wordt toegepast om te bepalen dat een financiële verplichting niet langer wordt opgenomen, de entiteit alleen vergoedingen die zijn betaald of ontvangen tussen de entiteit (de kredietnemer) en de kredietgever omvat, inclusief vergoedingen die zijn betaald of ontvangen door de entiteit of de kredietgever namens de ander.
De wijziging wordt prospectief toegepast op wijzigingen en uitwisselingen die plaatsvinden op of na de datum waarop de entiteit de wijziging voor het eerst toepast.
De wijziging is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2022, waarbij vervroegde toepassing is toegestaan.
Stedin Groep past deze wijziging niet vervroegd toe en zal de mogelijke gevolgen voor de jaarrekening nog onderzoeken, maar verwacht dat deze wijziging geen significante impact zal hebben op de jaarrekening.