Ontw­ik­keling­en in sa­men­le­ving en ener­gie­markt

Diverse ontwikkelingen hebben invloed op Stedin Groep. We beschrijven de belangrijkste invloeden die een rol spelen in onze strategische keuzes en bedrijfsvoering.

Problemen met netcapaciteit en spanningskwaliteit dreigen

Vraag en aanbod van energie zijn een stuk minder voorspelbaar geworden. Vooral de groei van decentrale, duurzame productie-installaties als zonneparken gaat snel. Door de snelheid van deze ontwikkelingen naderen we de grenzen van wat de Nederlandse netten aankunnen. Problemen met onze transportcapaciteit en spannings­kwaliteit dreigen, en treden op enkele plaatsen al op. Op Schouwen-Duiveland en Tholen zijn er bijvoorbeeld veel zonnedaken en windparken gebouwd. Die produceren samen meer elektriciteit dan er wordt afgenomen in het gebied. Zaak dus dat we als netbeheerder hiervoor oplossingen realiseren.

Op 1 oktober hadden alle RES-regio’s hun concept-RES ingediend. Het bleek dat de totale ambities de nationale doelstelling van 35 TWh grootschalige hernieuwbare energie op land ruim overschreden, met een landelijk totaal boven de 50 TWh. Het is goed om te zien dat er zo’n enorme drive is om invulling te geven aan de klimaatdoelstellingen. Ook bleek dat veel regio’s sterk inzetten op het benutten van dakoppervlakten om daar zonnepanelen te plaatsen. Uit de uitgevoerde impactanalyses blijkt dat er flinke net­uitbrei­dingen nodig zijn om de plannen van regio’s te faciliteren.

Klimaatakkoord

Met het Klimaatakkoord geven we invulling aan de inter­nationale doelstelling om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden. De onderschrijving van het 2-gradendoel betekent voor Nederland dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minimaal 49% gedaald moet zijn ten opzichte van 1990. In 2020 heeft de Europese Unie dit doel aangescherpt: in plaats van 49% reductie moet de uitstoot met 55% omlaag. Dit betekent dat we opnieuw het gesprek met stakeholders moeten aangaan over hoe we gezamenlijk deze aangescherpte doelstellingen behalen.

Programma Aardgasvrije Wijken

Op 22 oktober maakte minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren bekend welke gemeenten in Nederland in de tweede tranche rijkssubsidie ontvangen vanuit het Programma Aardgasvrije Wijken. In het Stedin-gebied gaat het om wijken in de gemeenten Goeree-Overflakkee, Rotterdam en Pijnacker-Nootdorp. Samen met deze gemeenten en de bewoners gaat Stedin ervaring opdoen en stap voor stap op weg naar een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2050. De projecten uit de eerste tranche lopen nog en daar werken we hard aan. Ook helpen we gemeenten en andere partijen bij de transitie door onze kennis over relevante thema’s te delen. We zijn voortdurend bezig met het vergroten van onze kennis op het gebied van de energietransitie en doorberekeningen over mogelijke opties en scenario’s in de toekomst. Zo hebben we dit jaar verschil­lende papers uitgebracht om de discussie op gang te brengen over de warmtetransitie, de rol van waterstof in het toekomstige energiesysteem in de gebouwde omgeving en over duurzame gassen.

Industrie

De Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) onderzocht welke infrastructuur de industrie nodig heeft om de afspraken uit het klimaatakkoord te kunnen nakomen en welke input en keuzes de netbeheerders nodig hebben om dit te realiseren. Een belangrijk deel van deze adviezen is inmiddels overgenomen door de minister van Economische Zaken en Klimaat. Eén van de overgenomen adviezen is dat er Clusters Energiestrategieën (CES'en) komen. Stedin zal actief betrokken zijn bij de CES van Rotterdam Moerdijk en Enduris bij de CES van Zeeland (Terneuzen en omstreken).

Energiewetgeving

Om het klimaatakkoord te kunnen realiseren, moet de huidige energiewetgeving aangepast worden, zodat er voldoende aandacht is voor nieuwe rollen en taken in het energiesysteem van de toekomst. Daarnaast moet ook nieuwe Europese wetgeving een plek krijgen in de Nederlandse wetgeving.

‘Snelheid is hierbij geboden. De ener­gie­transitie is in een kritische fase terecht­gekomen en 2021 wordt een belangrijk jaar als het gaat om de wetgeving. ’

Ook de uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 gaan daarbij een rol spelen.

Het ministerie van Economische Zaken (EZK) stelt voor deze nieuwe wetgeving (inclusief het samenvoegen van de Elektriciteits- en Gaswet) een Energiewet 1.0 op. De beleids­keuzes hiervoor zijn informeel geconsulteerd om zo een gevoel te krijgen van de posities van de verschillende stakeholders. Netbeheer Nederland heeft, vanuit het actieteam waaraan Stedin deelneemt, informeel op een concept van deze Contourennota voor de Energiewet 1.0 gereageerd, en ook formeel op de definitieve contouren. Op hoofdlijnen zijn we inhoudelijk tevreden hoe het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat invulling wil geven aan fundamentele keuzes en de manier waarop een groot aantal impliciete werkwijzen formeel worden gemaakt. Een verdere impactanalyse van Energiewet 1.0 is zeker nodig omdat deze wet praktisch alle processen van de netbeheerder in meer of mindere mate raakt.

Marktordening warmtenetten

Collectieve warmte (warmtenet) is een belangrijk onderdeel van de energietransitie. Zeker in het verzorgingsgebied van Stedin Groep zijn warmtenetten op grote schaal een realistisch toekomstbeeld.

‘Stedin ziet de vitale infra­structuren van elektriciteit, gas en warmte op de lange termijn steeds meer naar elkaar toe groeien.’

Daarmee worden ook de aanleg en het beheer van warmtenetten logische taken voor een netwerkgroep. Een publieke partij als Stedin Groep is voor gemeenten en provincies vaak een logische partij met veel infrastructurele ervaring en vergelijkbare (publieke) belangen. Met onze kennis en ervaring als publieke partij kunnen wij de nodige waarde toevoegen. Ook blijft een eventuele (project)bijdrage uit publieke middelen dan binnen het publieke domein.

Warmtenetten worden primair gereguleerd in de Warmtewet. Een nieuwe versie van deze wet (inmiddels genoemd de Wet Collectieve Warmtevoorziening WCW) is medio 2020 ter consulatie geweest en nog steeds in bewerking. In de landelijke discussie over het opschalen van warmte is een mogelijke rol voor de net­werk­bedrijven voortdurend onderwerp van gesprek. Door een combinatie van de nieuwe warmtewet en E/G-wetgeving zou een rol voor netwerkbedrijven in warmte in de praktijk nagenoeg onmogelijk worden gemaakt, terwijl meerdere gemeenten juist pleiten voor een veel grotere rol voor de netwerk­bedrijven. Bovendien heeft Minister Wiebes in een Kamer­brief al bevestigd dat hij geen partijen wil uitsluiten op de warmtemarkt en wil bekijken hoe de netwerkbedrijven het beste hun rol kunnen invullen. Dat sluit wat ons betreft goed aan bij de meer algemene wens om meer bewegingsvrijheid op het gebied van energiedragers als warmte en waterstof, zoals ook eerder toegezegd in de Wet VET. Solide en up-to-date wetgeving op korte termijn is essentieel voor het goed kunnen uitvoeren van onze kerntaken, nu en in de toekomst.

Binnen Stedin Groep vult NetVerder op dit moment onze strategische ambitie op dit punt in: het ontwikkelen van warmteprojecten om ervaring op te doen in de warmtemarkt. Meer hierover leest u in het hoofdstuk Niet gereguleerde activiteiten.

Sociaaleconomische ontwikkelingen: Covid-19

Covid-19 heeft macro- en sociaaleconomisch behoorlijk negatieve gevolgen – wat een directe impact heeft op de snelheid van de energietransitie. Waar duurzame investe­ringen benodigd zijn, stellen Nederlandse bedrijven deze investeringen nu vaker uit. Ook banen staan onder druk. Dit raakt mensen in hun portemonnee en beïnvloedt daarmee de discussie over de betaalbaarheid van en het draagvlak voor de energietransitie.

Nieuwe technologieën

De ontwikkelingen op het gebied van zonne-energie en elektrische auto’s gaan snel. Dat vraagt om extra investe­ringen in onze elektriciteitsnetten. Tegelijkertijd stelt nieuwe technologie en de installatie van zo'n 22.000 slimme automatiseringsboxen in het energienet ons ook in staat om realtime energie­stromen te volgen en onze netten nog slimmer te beheren. Het verslimmen van onze netten en een geïntegreerd energiesysteem hebben de toekomst. Met ons strategisch initiatief System Operator bepalen we hoe we zo veel mogelijk uit een geïntegreerde aanpak kunnen halen. Zo kunnen wij het energienet optimaal benutten naargelang de energiebehoefte in een bepaald gebied. Meer over onze innovaties is te lezen in het hoofdstuk Energietransitie mogelijk maken.

Verlagen milieu-impact

De aandacht voor een waardevolle natuurlijke leefomgeving is de afgelopen jaren toegenomen. Dat gaat niet alleen over klimaat, maar ook over de directe leefomgeving van mensen. Stedin Groep investeert daarom in het verlagen van de milieu-impact van haar eigen bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door de elektrificatie van het wagenpark en het voorkomen van risico's voor milieu en gezondheid door de kennis bij medewerkers over schadelijke stoffen te verhogen met milieuworkshops. Meer hierover is te lezen in het hoofdstuk One Planet.

Vitaal vakwerk: Sanne de Boer

Sanne de Boer is analist energietransitie. Wat betekent het thema vitaal vakwerk voor haar? ‘Een vakman of -vrouw kan uitleggen wat de consequenties zijn van keuzes. De energietransitie is namelijk niet zo simpel.’

>Wat maakt jouw werk van vitaal belang? Met andere woorden, waarom is jouw werk belangrijk voor de organisatie en maatschappij?

‘Met een team van vier mensen analyseer ik de energietransitie en met name de warmtetransitie in de gebouwde omgeving. De belangrijkste vraag waar wij antwoorden voor zoeken is: als we geen aardgas gebruiken, wat dan wel? Oplossingen verschillen per wijk. Binnen het team is het mijn taak om kennis uit te dragen. Dat vind ik zo belangrijk dat ik dit jaar een boek heb uitgegeven op eigen titel, “De energietransitie uitgelegd”. 1200 mensen van Stedin hebben het aangevraagd, heel leuk. Ik heb het boek geschreven om termen die voorbijkomen, bijvoorbeeld het verschil tussen kW en kWh, op een simpele manier uit te leggen. Ook had ik een persoonlijke frustratie dat er in de media zo veel fouten worden gemaakt. Dan wordt iets een waterpomp genoemd terwijl het een warmtepomp is. Best wat anders. Als ik naar mijn werk kijk, is het niet direct van vitaal belang voor de maatschappij. Monteurs, die zijn vitaal. Maar ik draag wél bij aan het toekomstbestendig maken van onze energieinfrastructuur. Voor de langere termijn doet mijn werk ertoe.’

>Waaraan herken je de vakman/vrouw in jouw vakgebied?

‘Een vakman of -vrouw kan goed en genuanceerd uitleggen welke spanningen en belangen er zijn in de energietransitie. Het totale systeem is gewoon complex. Er is nu bijvoorbeeld discussie over biomassa. Tegenstanders vinden dat je dat niet moet willen. Voorstanders vinden het een noodzakelijke optie. Een vakman of -vrouw kan dan uitleggen wat de consequenties zijn van keuzes voor kosten, ruimte en snelheid van de transitie. Het is namelijk niet zo simpel.’

>Hoe heb je gewerkt tijdens de lockdown? Wat was er anders dan normaal en hoe heb jij dat ervaren?

‘Na de eerste persconferentie kreeg ik het benauwd. Ik woon alleen en ik zag het helemaal niet zitten om thuis te werken. Ik belde zelfs mijn baas: mag ik alsjeblieft naar kantoor? Maar ik ben helemaal om: ik zou niet meer anders willen. Ik werk thuis veel effectiever. Op kantoor heb je alle geluiden die me toch erg afleiden. Normaal gesproken heb ik 2,5 uur reistijd per dag, nu kan ik een uur langer in bed blijven liggen. Heerlijk! En het is fijn dat we elke dag met het team starten met een half uurtje “koffieautomaat”. Even beeldbellen om bij te praten.’

>Hoe zorg je ervoor dat jij zelf vitaal en gezond blijft?

‘De dagstart met mijn collega’s helpt heel erg om het werk goed vol te houden. Daarnaast sport ik drie keer per week: 1 keer daarvan ga ik skateboarden. Ik eet gezond, om de 2 tot 3 uur. Ook ga ik tussendoor wandelen.’

>Waar haal je de meeste voldoening uit in je werk, met andere woorden, hoe houdt jouw werk jou vitaal?

‘Ik ben heel blij met de mensen met wie ik mag werken. Ook vind ik het prettig om werk te doen dat naar mijn idee nuttig is voor de maatschappij. Ik zou nooit sigarettenverkoper kunnen zijn, bijvoorbeeld. Dat voegt voor mij niets toe. Het idee dat ik zinnig werk doe, zorgt ervoor dat ik mijn bed uitkom.’