Financieel resultaat

Stedin Groep behaalde over 2020 een nettowinst van 42 miljoen. Het resultaat is in lijn met onze verwachtingen.

Financieel resultaat 2020

Na aftrek van belastingen resulteert voor Stedin Groep een nettowinst vóór winstbestemming van 42 miljoen (2019: 325 miljoen). Het resultaat is daarmee met 283 miljoen gedaald ten opzichte van 2019. Het resultaat van 2019 bevat 251 miljoen gerelateerd aan de verkoop van Joulz Diensten. Gecorrigeerd voor dit eenmalige effect is het resultaat in 2020 met 32 miljoen gedaald ten opzichte van 2019. Hiervan is per saldo circa 6 miljoen gerelateerd aan Covid-19. Zo zagen wij in de periode van Covid-19 een lagere omzet grootverbruik, hogere kosten voor uitval van eigen personeel door ziekteverzuim en quarantainemaatregelen bij ziektesymptomen gecompenseerd door lagere kosten van uitbesteed werk en een lager activiteitenniveau.

De coronacrisis heeft dus zeker negatieve financiële gevolgen voor Stedin Groep gehad, zij het beperkt. Daarnaast zorgden de hogere transportkosten van TenneT voor druk op het resultaat. Door het verder doorvoeren van efficiencymaatregelen en lagere energiekosten voor netverliezen bleef het resultaat op peil.

Het lagere activiteitenniveau als gevolg van Covid-19 is deels opgevangen door de inleen van personeel beperkt af te bouwen en onze monteurs breder in te zetten. Ondanks Covid-19 investeerden we fors in een toekomstbestendig net: 620 miljoen (2019: 646 miljoen).

Effectief en efficiënt werken

Als onderdeel van ons strategisch speerpunt 'duurzame bedrijfsvoering' is het van belang om financieel gezond te zijn en te blijven. Eén van de pijlers binnen 'financieel gezond' is een continue focus op effectief en efficiënt werken. We kijken niet alleen naar besparingen op bedrijfskosten, ook kijken we kritisch of investeringen echt nodig zijn. Zo blijft Stedin een betrouwbare en flexibele partner in de energietransitie.

In 2018 is een vijfjarig efficiencyprogramma ingezet dat moet leiden tot een structurele besparing op onze uitgaven van circa 150 miljoen ten opzichte van het niveau van 2017. Eind 2020 hebben we hier 109 miljoen van gerealiseerd. We liggen hiermee goed op koers om eind 2022 het totale besparingsniveau van 150 miljoen te realiseren. Doordat we zien dat we de besparingen tot op heden goed weten te realiseren, hebben we dit jaar besloten om richting 2025 de doelstelling van een structurele besparing op onze uitgaven ten opzichte van het niveau van 2017 verder te verhogen naar 180 miljoen. In 2021 onderzoeken we verder of er additionele besparingsmogelijkheden zijn.

Een groot deel van de efficiencyverbetering dit jaar realiseren we met de resultaten op onze strategische initiatieven waarbij we slimmer werken, meer gebruik maken van digitalisering en meer in ketens samenwerken met klanten, leveranciers en nutspartijen. Daarnaast zien we positieve resultaten in onze efficiency van de stapsgewijze integratie van DNWG in Stedin Groep. Ook daar liggen we op koers. Meer hierover leest u in het hoofdstuk Beter Netbeheer.

We werken steeds efficiënter, maar de omvang van ons werk neemt ook toe. Als gevolg daarvan stegen, ten opzichte van 2019, de kosten in absolute zin.

In 2021 starten we met een programma om onze storingsketen efficiënter in te richten. Met deze en andere initiatieven beogen wij onze efficiencydoelstellingen te realiseren.

Bedrijfsopbrengsten

De in 2020 gerealiseerde bedrijfsopbrengsten bedroegen 1.229 miljoen. Dit is 5 miljoen lager dan in 2019. De gereguleerde opbrengsten grootverbruik zijn gedaald ten opzichte van 2019 door een afname van piekvermogen en -volumes met name als gevolg van Covid-19. Daarnaast bevatten de bedrijfsopbrengsten over 2019 vier maanden omzet (16 mln) van het verkochte Joulz Diensten. Deze daling van de bedrijfsopbrengsten is gecompenseerd door hogere gereguleerde opbrengsten kleinverbruik door gestegen tarieven en door hogere niet-gereguleerde opbrengsten.

In het meetdomein komen de tarieven tot stand door het volgen van het tariefbesluit van de ACM. Daarnaast bevatten de tarieven een verlaging ter compensatie van de in eerdere jaren behaalde overrendementen.

Bedrijfskosten

Onze bedrijfskosten zijn in 2020 met 38 miljoen (3,6%) gestegen naar 1.100 miljoen. Dit komt met name door hogere transportkosten, afgezet tegen gedaalde overige kosten.

De door TenneT berekende transportkosten bedroegen 165 miljoen en hebben voor een stijging van de bedrijfskosten gezorgd van 40 miljoen ten opzichte van 2019. Deze stijging is voor een deel gecompenseerd door lagere energiekosten netverliezen.

Personeelskosten

De personeelskosten bedroegen in 2020 409 miljoen (2019: 405 miljoen).

De stijging in de personeelskosten wordt gedreven door een CAO-verhoging, een stijging van de reservering vakantiedagen en hogere kosten per ingeleende FTE. Daarnaast zijn in 2020 minder inleenkosten toegerekend aan de activa. Hier staat een daling van de kosten ter hoogte van 5 miljoen tegenover die in 2019 gerelateerd waren aan Joulz Diensten en is het gemiddeld aantal FTE (zowel eigen mensen als inleen) gedaald ten opzichte van 2019.

Inkoop, uitbesteed werk en overige bedrijfskosten

De kosten van inkoop, uitbesteed werk en overige bedrijfskosten zijn in 2020 met 25 miljoen (5,0%) gestegen naar 545 miljoen. Deze stijging is met name veroorzaakt door de stijgende transportkosten van TenneT en een stijging in de kosten van ICT en EDSN. Daar tegenover staan lagere netverlieskosten en lagere overige kosten mede door gerealiseerde besparingen. Daarnaast zijn de kosten van Joulz Diensten weggevallen.

Investeringen

De investeringen in materiële en immateriële vaste activa bedroegen in 2020 620 miljoen, een daling van 4,0 % (2019: 646 miljoen).

Vanwege de coronacrisis hebben we minder werkzaamheden bij klanten kunnen uitvoeren. Dit heeft impact gehad op onze netgedreven investeringen en op de uitrol van slimme meters. Vanwege de tweede coronagolf in de herfst en winter en de bijbehorende strikte richtlijnen, hebben we in het tweede halfjaar van 2020 de ingezette daling uit het eerste halfjaar niet goed kunnen maken. Het overgrote deel van de in 2020 geplande, maar niet uitgevoerde investeringen, schuift door naar 2021. De operationele uitdaging voor 2021 en verder wordt daarmee groter.

De investeringen in de gereguleerde netwerken zijn gestegen van 590 miljoen in 2019 naar 613 miljoen in 2020. Dit was met name door een toename in klantgedreven investeringen (o.a. door een verdere groei op het vlak van verduurzaming) en een toename in netgedreven investeringen. Wat wij doen om financieel gezond te blijven bij dit stijgende investeringsniveau, beschrijven we in het hoofdstuk Strategie.

In het hoofdstuk Beter Netbeheer wordt nader ingegaan op de aard van de investeringen.

Direct aan eigen investeringsprojecten toegerekende uren van eigen en van ingehuurd personeel brengen we in mindering op de bedrijfskosten. De kosten van geactiveerde uren van ons eigen personeel zijn ten opzichte van het vorige boekjaar gestegen met 8 miljoen (4%) naar 188 miljoen door hogere investeringen in ons netwerk.

Afschrijvingen

De kosten voor afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen van vaste activa bedragen 334 miljoen en zijn hiermee met 17 miljoen (5,4%) gestegen ten opzichte van het voorgaande jaar. Deze stijging is het gevolg van de toenemende materiële vaste activa balans en een verkorting van de gebruiksduur van een deel van de slimme meters.

Financiering, financiële baten en lasten en liquiditeiten

Onze netto financiële lasten zijn met 11 miljoen gedaald ten opzichte van 2019 en bedroegen 56 miljoen. Deze daling heeft voornamelijk betrekking op rentelasten van langlopende externe financieringen. Het verschil wordt veroorzaakt door lagere rentelasten door de herfinanciering in 2019 tegen een lager rentepercentage.

Gedurende 2020 zijn er geen bestaande leningen afgelost en heeft er geen herfinanciering plaatsgevonden. Wel was er sprake van een negatieve kasstroom die heeft geleid tot een toegenomen financieringsbehoefte. Deze is gedurende het jaar op de geldmarkt geleend voor korte periodes. Per saldo zijn de rentedragende schulden gestegen met 179 miljoen naar 3.183 miljoen ultimo 2020 (ultimo 2019: 3.004 miljoen).

Onze liquide middelen ultimo 2020 bedragen 83 miljoen (ultimo 2019: 72 miljoen).

Belastingen

Het resultaat voor belastingen over 2020 bedraagt 72 miljoen (2019: 352 miljoen).

De belastinglast steeg in 2020 met 3 miljoen naar 30 miljoen. De effectieve belastingdruk in 2020 (uitgedrukt als percentage van het resultaat voor belastingen uit voortgezette bedrijfsactiviteiten) komt uit op 40,9% (2019: 7,7%).

In december 2020 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel goedgekeurd waarin is opgenomen dat het belastingtarief vanaf 2021 wordt verhoogd van 21,7% naar 25%. De eerder aangekondigde verlaging van het belastingtarief is hiermee teruggedraaid. De verhoging van het belastingtarief betekent dat de uitgestelde belastingvorderingen en belasting­verplichtingen in de toekomst tegen 25% in plaats van tegen 21,7% worden gerealiseerd.

De waardering van de uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen per 31 december 2020 tegen dit hogere tarief resulteert in een negatief effect van 11 miljoen op de belastinglast in 2020.

Solvabiliteit en credit rating

Onze solvabiliteit bedroeg ultimo 2020 43,0% (ultimo 2019: 44,9%).

Het beleid van Stedin Groep is erop gericht om op de lange termijn een solvabiliteit van minimaal 40% te behouden. Stedin Groep heeft als doel om de lange termijn credit rating van A- met stabiel vooruitzicht volgens Standard & Poor’s (S&P) duurzaam in stand te houden. Hiermee is er voldoende buffer om aan de minimale kredietwaardigheid vanuit het Besluit Financieel Beheer Netbeheerders (minimaal een rating van BBB/Baa2) te blijven voldoen. Op 2 september 2020 heeft S&P de credit rating A- met stabiel vooruitzicht herbevestigd.