Gebouwde omgeving

Het verduurzamen van de gebouwde omgeving is een com­plexe puzzel die niet alleen technische uitdagingen biedt, maar ook een sociale transitie is. Door bij te dragen aan proeftuinen voor aardgasvrije wijken, startmotor­projecten bij woningcorporaties en bewonersinitiatieven, is Stedin actief betrokken als kennis- en samen­werkings­partner.

Alternatieven voor bestaande bouw

Alle Nederlandse gemeenten moeten eind 2021 een Transitievisie Warmte opleveren. Deze geven richting aan de aanpak die gemeenten kiezen om tot een CO2-vrije gebouwde omgeving te komen. Onze gebiedsregisseurs en accountmanagers ondersteunen gemeenten met een palet aan hulpmiddelen voor het invullen van de routekaart.

De warmtetransitie is een transitie van vele kleine stappen die samen een grote impact maken. Zo helpt het Stedin Openingsbod gemeenten bij het bepalen hoe ze die eerste stappen kunnen zetten doordat alternatieven voor aardgas per gebied in kaart zijn gebracht. Een steekproef onder ge­meen­ten in het Stedin-gebied laat zien dat 75% daarvan bekend is met de resultaten uit het Openingsbod.

Stedin heeft ook Kansenkaarten ontwikkeld om inzicht te geven in de beschikbare netcapaciteit. Gemeenten kunnen met deze informatie snel inzicht krijgen of de plannen die zij willen uitvoeren kansrijk zijn. Wanneer de gemeente een wijk identificeert als kansrijk, wordt deze via collectieve en individuele transitiepaden verduurzaamd.

Daar waar nog geen grote stappen gemaakt kunnen worden, werken we aan het ‘aardgasloos-ready’ maken van woningen. Isoleren en hybride warmtepompen zijn waardevolle stappen in het reduceren van CO2.

Aardgasverwijderingen

Gezamenlijke aanpak bij renovatieproject Jan Evertsenplaats (Flatgebouw) in Zwijndrecht.

Stedin trekt bij dit project in Zwijndrecht samen op met woningcorporatie Vestia. Het gaat hier om ruim 200 woningen, verdeeld over een hoogbouw van 12 verdiepingen en een lagere bouw van 4 verdiepingen. Vestia renoveert de woningen waarbij de bewoners de keuze krijgen om van het gas af te gaan en elektrisch (inductie) te gaan koken. Vestia levert daarvoor een Inductieplaat. Stedin verwijdert de gasleidingen en verzwaart indien nodig de elektra. Op basis van inschrijvingen willen ongeveer 50% van de bewoners de overstap van gas naar elektrisch koken maken. Dat betekent dat er kriskras door de flat heen aansluitingen gehandhaafd moeten blijven en er vermoedelijk geen enkele verticale leiding (stijgleiding) verwijderd kan worden. Voor Stedin een zeer ongewenste situatie, omdat de complete infrastructuur in stand blijft en moet worden onderhouden. Bovendien lopen er stijgleidingen door percelen die geen aansluiting meer hebben en waar dus volgens onze systemen geen gas aanwezig is. Dit is een nieuwe situatie voor Stedin maar wel één die in de toekomst vaker zal voorkomen. Het komende jaar zullen we onze aanpak en het proces hierop verbeteren en zorgen dat onze systemen deze gegevens en registratie kunnen vastleggen. Ook onderzoeken we wat de mogelijk­he­den zijn om meer bewoners te kunnen overtuigen om een bepaalde keuze te maken vanwege de veiligheid. Want pas wanneer de laatste klant besluit om van het gas af te gaan, kunnen we het volledige gasnet tot in de straat verwijderen.

Het totaal aantal gasverwijderingen voor verduurzaming over 2020 is 4.448 afsluitingen binnen het verzorgingsgebied van Stedin en DNWG. De aantallen van december 2020 zijn geëxtrapoleerd omdat ze op het moment van vaststellen van het jaarverslag nog niet definitief waren.

Leidingtrekker

Voor behoorlijk wat klanten die van het gas af willen en een eigen aansluiting op het hoofdnet hebben, is het verwijderen ervan vervelend. Hun tuin moet namelijk open om de gas­lei­ding te verwijderen. Om hierop in te springen, doen we een pilot met een zogenaamde leidingtrekker. Hiermee proberen we het graafwerk op de privégrond te beperken tot een gat aan de gevel en een gat bij de erfgrens. Vervolgens kunnen we aan de erfgrens de leiding door de grond eruit trekken. De testresultaten zijn steeds beter en de verwachting is dat we begin 2021 deze ‘leidingtrekker’ operationeel hebben. De belangrijkste toegevoegde waarde van deze pilot is minder overlast voor de klant. In 2021 wordt helder wat het mogelijke effect is van deze werkwijze op onze kostprijs.

Proeftuinen Aardgasvrije Wijken

De overheid stimuleert het verduurzamen van de gebouwde omgeving met verschillende subsidies. In de eerste ronde van het Programma Aardgasvrije wijken liggen 7 van de 27 proeftuinen in het Stedin gebied, en in de tweede ronde 3 (Goeree-Overflakkee, Rotterdam en Pijnacker-Nootdorp) van de 19. Elke wijk kent een eigen dynamiek en fase van planvorming. Zo leren wij in de Proeftuin Stad aan 't Haringvliet hoe we waterstof kunnen inzetten als alternatief voor aardgas. In andere proeftuinen leren wij over de impact van warmtenetten op de bestaande infrastructuur.

Woningbouwcorporaties aanjager van energietransitie

De woningcorporatiesector is in het Klimaatakkoord aangewezen als startmotor van de energietransitie. Wij zien 29% groei in het aantal verduurzamingsinitiatieven bij woningcorporaties in 2020. Enerzijds komt dit doordat er substantieel meer projecten gerealiseerd worden, maar anderzijds ook doordat Stedin steeds beter zicht heeft op deze trajecten. In absolute aantallen zijn er minder projecten van woningbouwcorporaties dan van wijkaanpakken van gemeenten. Maar ze worden wel sneller gerealiseerd. In het najaar van 2020 heeft Stedin samen met de Vereniging Nederlandse Gemeenten en woningcorporatie Aedes kennissessies georganiseerd om van elkaar te leren.

Aardgasloze nieuwbouwwijken

In 2020 is inmiddels 92% van de aangevraagde aansluitingen voor nieuwbouwwoningen in ons verzorgingsgebied aardgasvrij. Landelijk ligt dat over 2020 op 87%.

Warmtenetten

Stedin Groep wil de energietransitie versnellen door actief te kijken naar verduurzaming van de warmtevoorziening in de gebouwde omgeving binnen haar verzorgingsgebied. Voor het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving is collectieve duurzame verwarming, naast elektrificatie, een alternatief. NetVerder B.V. (werkzaam in het 'niet-gereguleerde' segment) is daarom, vanuit het publieke belang, het afgelopen jaar doorgegaan met de ontwikkeling van een portfolio van projecten gericht op collectieve warmtesystemen. Meer hierover leest u in het hoofdstuk Niet-gereguleerde activiteiten.

Collectievendesk

Bij de Collectievendesk van Stedin kunnen energiecollectieven terecht met vragen over subsidieregelingen, 'teruglever'aansluitingen en meters. In 2020 heeft Stedin 20 projecten van energiecollectieven aangesloten en hiervoor teruglevering op het net gerealiseerd. (2019: 31 ).

Inductie Koken Piekreductie

Stedin onderzoekt in een flat in de Utrechtse wijk Overvecht-Noord de impact van elektrisch koken op het elektriciteitsnet en de eventuele mogelijkheden om deze door middel van batterij-opslag te voorkomen. In deze wijk gaan de komende jaren naar verwachting ruim 4.000 woningen over van koken op gas naar koken op inductie. Wanneer de proef slaagt, wordt mogelijk een investering in het elektriciteitsnet voorkomen of uitgesteld naar een moment waarop meer werkzaamheden in de ondergrond moeten plaatsvinden.

Het proefproject waarbij een batterij is geplaatst, voorzien van verschillende meetinstrumenten, in een flat van woningcorporatie Mitros, ging in september 2020 van start. De batterij kan mogelijk ook gebruikt worden voor het verlagen van piekstroom van bijvoorbeeld de lift. Het afvlakken van de pieken in energieverbruik kan daardoor ook resulteren in lagere vastrechtkosten voor Mitros, doordat de aansluitcapaciteit omlaag kan.

Wanneer de proef slaagt, bepalen we of we deze werkwijze kunnen opschalen naar andere flats. Individuele batterijen opereren in de wijk als één groot slim decentraal batterijsysteem. Leiden de kosten en baten van deze batterij tot een positieve businesscase, dan zijn extra investeringen in het elektriciteitsnet mogelijk niet nodig.

Warmtetransitie en waterstof

Ons gasnetwerk is van grote maatschappelijke en economische waarde. Het verwarmen van woningen met duurzame gassen en waterstof kan in de toekomst een alternatief zijn naast volledig elektrisch en warmtenetten. Zo kunnen wij ons gasnetwerk een tweede leven geven. Om waterstof als volwaardig alternatief te kunnen inzetten, is het daarom belangrijk om nu kennis en ervaring op te doen met (het transport van) waterstof. Dat doen we in verschillende projecten zoals in Uithoorn, Rotterdam Rozenburg en in The Green Village in Delft.

De kennis en ervaring die we opdoen in die projecten zetten we in om ervoor te kunnen zorgen dat Stad aan ’t Haringvliet in 2025 de overstap kan maken van aardgas naar waterstof via het bestaande aardgasnet van Stedin. Die overstap kan gemaakt worden als er voldoende draagvlak is onder de bewoners en als het veilig en betaalbaar is. In 2020 is een mede door Stedin ondertekende intentieverklaring aangeboden aan bewoners. De samenwerkende partijen hebben voortgang geboekt als het gaat om technisch inzicht (hoe ziet het totale waterstofsysteem eruit) en organisatie. Onder aanvoering van de gemeente is een aanvraag ingediend voor het Programma Aardgasvrije wijken. Dit heeft geresulteerd in een toekenning van 5,6 miljoen.

In Uithoorn zijn in december 2020 veertien sloopwoningen gereed gemaakt voor tijdelijke verwarming met waterstof. Dit is een techniek die wereldwijd nog in de kinderschoenen staat en nu door Stedin voor het eerst in Nederland wordt toegepast. De ombouw van aardgas naar waterstof bestaat uit een aantal stappen waaronder het onderzoeken van bestaande gasleidingen en verbindingen zowel in de straat als in de woningen en het verwarmen van woningen met speciale waterstof cv-ketels. Zo leren we wat een ombouw van aardgas naar waterstof precies betekent voor ons als netbeheerder en voor de partijen waarmee wij samenwerken.

In Rozenburg is de proef met waterstofketels voortgezet. De waterstofproductie-unit is ge-update en er wordt onderzocht of het bestaande gasnet van Stedin aan de binnenkant schoon genoeg is voor distributie van waterstof. De voorbereidingen voor experimenten met waterstof in The Green Village in Delft zijn afgerond, zodat in 2021 de eerste projecten kunnen worden uitgevoerd.

Stedin is in 2020 onderzoek gestart naar onder andere waterstofkwaliteit en odorisatie (het toevoegen van een specifieke geur, zodat waterstof (net zoals aardgas) ruikbaar wordt). Intern bij Stedin is een waterstofkopgroep geformeerd. Het onderwerp ‘waterstof’ staat bedrijfsbreed op de agenda. Met de landelijke overheid heeft Stedin belangrijke stappen gezet op het gebied van regulering.

Binnen Netbeheer Nederland trekt Stedin ook op het gebied van waterstof samen op met andere netbeheerders. Ervaringen worden uitgewisseld en gezamenlijk wordt onderzoek uitgevoerd. Zo nemen we bijvoorbeeld deel aan het onderzoeksprogramma HyDelta. Hierin wordt gewerkt aan het wegnemen van barrières die opschaling van waterstofprojecten in de weg staan.

Missie H2

Om Nederland op de kaart te zetten als 'waterstofland' ondersteunt Stedin Groep 'Missie H2’. In Missie H2 bundelen zeven sterke bedrijven in de energieketen hun krachten om waterstof te promoten als belangrijke en duurzame energiedrager voor de (nabije) toekomst. Stedin Groep wil Nederland kennis laten maken met waterstof en laten zien hoe het als alternatief voor aardgas kan werken in het verwarmen van huizen met behoud van het huidige gasnet. De zeven partners zijn Gasunie, Shell Nederland, Remeha, Stedin Groep, Toyota, Port of Amsterdam en Groningen Seaports. Eén van de activiteiten om de aandacht voor waterstof te vergroten is het partnerschap van Missie H2 in TeamNL in de aanloop naar en tijdens de Olympische en Paralympische Spelen van Tokyo die nu in 2021 worden gehouden. Deze externe samenwerking hebben we intern door vertaald in de campagne 'Wij hebben goud in handen'.

Windsurfer Kiran Badloe uit TeamNL in gesprek met Stedin CEO Marc van der Linden bij waterstofproject de Green Village in Delft.