Verduurzaming industrie

Het Haven Industrieel Complex (HIC) Rotterdam is de meest energie-intensieve regio van Nederland: de Haven van Rotterdam levert momenteel een belangrijke bijdrage aan de CO2-uitstoot. Om de klimaatdoelen voor de industrie te behalen, moet de benodigde nieuwe en aangepaste energieinfrastructuur tijdig beschikbaar zijn. Daarbij kan de restwarmte mogelijk gebruikt worden voor de stedelijke gebieden rondom de haven, zoals de stad Rotterdam.

Samenwerking en organisatie

In 2020 zijn vooral op organisatorisch vlak stappen gezet naar een betere samenwerking tussen de betrokken stakeholders in de verduurzaming van de industrie. De Werkgroep Infrastructuur HIC Rotterdam is effectief gebleken in het agenderen van belemmeringen op het gebied van infrastructuur-ontwikkeling. De deelnemers aan het overleg zijn het Havenbedrijf Rotterdam, Stedin, Deltalinqs, TenneT, Gasunie, Provincie Zuid-Holland, Gemeente Rotterdam en Institute for Sustainable Process Technology (ISPT).

Ook zijn er landelijk stappen gezet om overzicht en instrumenten te creëren die voor een betere afstemming tussen industrie en netwerkbedrijven leiden.

Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI)

Om in kaart te brengen wat de uitdagingen zijn om de voor verduurzaming benodigde infrastructuur te realiseren, is de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie (TIKI) ingesteld door minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. De TIKI bestaat uit voorzitter Carolien Gehrels (Arcadis), Marc van der Linden (Stedin Groep) en Hans Grünfeld (VEMW). TIKI kreeg als opdracht knelpunten, voorwaarden en oplossingsrichtingen voor het realiseren van de benodigde infrastructuur te inventariseren. De totale investeringskosten voor publieke infrastructuur (inclusief de landelijke waterstof backbone) tot 2030 zijn geraamd op €40 tot 50 miljard. Dit is exclusief private investeringen van de industrie die nodig zijn voor realisatie van projecten en lokale infrastructuur.

Cluster Energie Strategie & Data Safehouse

Een belangrijk advies van de TIKI, dat is overgenomen door de minister, is het ontwikkelen van een Cluster Energie Strategieën (CES). In de CES'en werken de industriële partijen en netwerkbedrijven samen aan het afstemmen van de projecten op de infrastructuurontwikkeling en vice versa. Stedin werkt samen in het HIC Rotterdam aan het verder definiëren en uitwerken van een CES voor 2021. Het CES wordt in 2022 en verder steeds vernieuwd en aangescherpt.

Een belangrijke voorwaarde voor een goede CES is betrouwbare technische en planningsdata over de te ontwikkelen industriële projecten. Omdat het uitwisselen van relevante data tussen industriële bedrijven en netwerkbedrijven vaak wordt bemoeilijkt door concurrentiegevoeligheid en mededingingsregels stelt het TIKI een data safehouse voor. Hierin kan in een vertrouwelijke en veilige omgeving data over voorgenomen investeringen van de industrie en netwerkbedrijven worden uitgewisseld.

In 2020 zijn Deltalinqs, Havenbedrijf Rotterdam en Stedin gestart met een pilot voor het ontwikkelen van zo’n data safehouse. In deze pilot werken we met 3-5 bedrijven samen aan keuzes over het technisch ontwerp (ICT-technologie en security keuzes) en de gebruiksvorm (governance structuur) van het safehouse. Deze pilot moet inzicht verschaffen over de toepasbaarheid van een dergelijk safehouse om te komen tot hogere voorspelbaarheid en planbaarheid van de infrastructuurbehoefte. De eerste inzichten verwachten we in Q2 2021.

Project Gridmaster: Ontwikkelen van adaptieve investeringsstrategieën

Dit project heeft als doel een samenstelling van gekoppelde modellen en methoden te ontwikkelen waarmee we in staat zijn de vele onzekerheden binnen de transitie van de industrie te verkennen. Ook willen we beter inzicht krijgen in 1) mogelijke transitiepaden, 2) de benodigde infrastructuur en 3) de mogelijke investeringsstrategieën. Dit model stelt partijen in staat om te gaan met de vele onzekerheden in de ontwikkeling van elektriciteit-, waterstof- en aardgasnetten en de verschillende investeringen die erbij horen. Partijen hebben in 2020 de samenwerkingsovereenkomst getekend en zijn in eind 2020 gestart met de uitvoering van dit project. Deelnemende partijen zijn Stedin, TenneT, Gasunie, Havenbedrijf Rotterdam, Provincie Zuid-Holland, Gemeente Rotterdam, SmartPort, TU Delft, Siemens, Quintel en TNO.

Project Energiemix Studie

In het Energiemix-project brengen we de potentiële veranderingen in kaart van het energie- en grond­stoffen­systeem van ongeveer 30 bedrijven in het HIC. Dit doen we in samenwerking met de bedrijven. Via interviews stellen we het huidige energie- en grondstoffenprofiel voor elke productie- en verbruiksunit vast. De experts bepalen dan voor elke unit de mogelijke duurzame alternatieven en vertalen deze naar transitiepaden. Uiteindelijk ontstaat er een totaal­plaatje voor het gebied. In 2020 is fase 2 van dit project uitgevoerd door TNO en Deltalinqs in opdracht van Stedin en Havenbedrijf Rotterdam. In deze fase zijn 42 bedrijven benaderd en hebben 31 bevestigd deel te nemen aan de studie. Van 22 bedrijven is inmiddels data verzameld en voor 12 bedrijven is een analyse uitgevoerd. Uit deze analyse ontstaat een “business as usual” (BAU) transitiepad en nog 3 te volgen transitiepaden voor de industrie in het HIC: BAU en CCS (CO2-afvang en –opslag), BAU en waterstof en BAU en elektrificatie. In alle 4 de scenario’s wordt een forse toename (4-5 keer zo veel) van de elektriciteitsvraag voorzien.

In de 2e helft van 2020 is gestart met fase 3 waarin de resterende bedrijven geanalyseerd worden. Voor deze fase is Gasunie toegetreden tot de groep van opdrachtgevers.

Systeemstudie Zuid-Holland

In 2020 is een systeemstudie uitgevoerd naar de energieinfrastructuren in Zuid-Holland in verschillende scenario’s. De studie sluit aan bij de landelijke infrastructuur verkenning II3050, die uitgevoerd wordt in Netbeheer Nederland-verband. In deze energie-intensieve provincie moet het energienet worden uitgebreid met nieuwe verdeelstations en elektriciteitskabels. Opvallend is dat in deze provincie de meeste knelpunten veroorzaakt worden door elektriciteitsgebruik, in tegenstelling tot veel andere provincies waar de duurzame opwek tot knelpunten leidt.

De studie is uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Provincie Zuid-Holland, de RES coördinatieteams, de drie regionale netbeheerders (Liander, Westland, Stedin) en de twee landelijk netbeheerders (TenneT en Gasunie) door een consortium van CE Delft, Quintel en TNO. De gezamenlijke uitvoering met meerdere stakeholders over sectoren (gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie, landbouw) en voor verschillende energiedragers (elektriciteit, (aard)gas, biogas, waterstof, warmte en CO2) lijkt een voorbeeld te worden voor toekomstige integrale studies.