In gesprek met: Jan-Willem van den Beukel & Danny Benima

De klimaatdoelstellingen, de RES'en en het finan­cierings­vraagstuk voor netbeheerders maken de samenwerking met gemeenten steeds intensiever. In dit dubbelinterview tussen wethouder Financiën van de gemeente Lansinger­land Jan-Willem van de Beukel en Stedin-CFO Danny Benima gaan ze dieper in op de samenwerking. De gezamen­lijke conclusie is duidelijk, ‘We moeten als één overheid optreden.’

Opeens stond de energietransitie volop in de schijnwerpers. Overstromingen in Limburg. Stijgende gasprijzen. En de nieuwe klimaatconferentie in Glasgow, zegt Jan-Willem. Hoewel sommige van deze gebeur­tenissen heel vervelend zijn, wordt nu wel breed gevoeld dat er versnelling nodig is van de energietransitie. Dat we nu stappen moeten zetten.

In de gemeente zijn die stappen heel concreet met een aanstaande vertakking van het WarmtelinQ-netwerk naar Lansingerland. Dat transporteert restwarmte van het Rotterdamse havengebied naar de regio Den Haag. ‘Die vertakking is een belangrijk succes. In onze gemeente zit veel glas tuinbouw die nu nog gebruik maakt van aardgas, aard- en restwarmte van een traditionele energiecentrale. De vertakking is een belangrijke manier om de concurrentie­kracht van die sector te behouden doordat daarmee nog meer warmtekrachtkoppelingen kunnen worden afge­schakeld, mits de warmte betaalbaar en betrouwbaar is en gelijktijdig het CO2-net wordt uitgebreid.’ Ook voor Danny zijn juist de zeer concrete stappen de hoogtepunten van 2021. ‘De investering van 200 miljoen van onze aandeelhouders, een aantal verbeteringen in het Methodebesluit waar hard voor gelobbyd is en dat het gelukt is om het Rijk aan tafel te krijgen om te zien of en zo ja op welke wijze zij financieel kunnen bijdragen om de energietransitie te doen slagen. Deze stappen zijn nodig om de concrete projecten waar Jan-Willem naar refereert mogelijk te maken.’

Wie financiert?

In een gesprek met een CFO en wethouder Financiën gaat het al snel over de financiering van de energietransitie – een belangrijk, complex vraagstuk. Zou het voor Jan-Willem bespreekbaar zijn dat ook niet-publieke organisaties financieel bijdragen? In de wet zijn we daardoor vooralsnog beperkt. ‘Laat ik vooropstellen: ik ben blij dat de tijdgeest is veranderd na de privatiseringsjaren en dat er een her­waar­dering is van publieke goederen. Ik ben niet principieel tegen andere partijen, maar ik zie liever dat wij als één overheid optreden en samen zorgen voor een robuust gekapitaliseerde netbeheerder. Het net gaat ons immers allemaal aan. Nu hebben we de kans om de sporen goed te zetten voor de komende decennia. Het heeft dus mijn voorkeur dat we eerst in gesprek gaan met gemeenten die nog geen aandeel­houders zijn maar wel in het Stedin-gebied vallen en dat we met de provincies en het Rijk in gesprek gaan.’

Ook Danny heeft geen principiële bezwaren tegen niet-publieke organisaties, mits ze een maatschappelijk-verantwoorde signatuur hebben. Toch gaat zijn voorkeur uit naar publieke partijen: ‘De meerwaarde zit namelijk niet enkel in het financiële domein. Gemeentes en provincies zijn ook een partner in de RES’en. Door gezamenlijk op te trekken bij ruimtelijke ordening vraagstukken kunnen de door­looptijden sterk verkort worden. Jan-Willem: ‘Dat sluit helemaal aan bij mijn 1-overheidsgedachte: idealiter is het verzorgingsgebied van Stedin 1-op-1 gelijk met de aandeel­houders zodat we samen de uitdaging als één overheid aanvliegen.'

Onvoorspelbare ontwikkelingen

Het afgelopen jaar zijn we een aantal keer verrast door onvoorspelbare ontwikkelingen in de energiemarkt, zoals de sterk gestegen gasprijzen en congestie. Hoe krijgen we daar meer grip op? Jan-Willem glimlacht. ‘De vraag is of het zo onvoorspelbaar is. Ik betwijfel dat. We zijn met z’n allen fossiel aan het uitfaseren – dat weten we al lang. Dit zijn de heftige “hick-ups” waarmee zo’n grote verandering per definitie gepaard gaat. Waar wij als overheid beter in moeten worden, is strategische competentie en langetermijndenken. We kunnen dat – kijk maar naar de Deltawerken – maar dat moet veel meer onderdeel worden van ons denken.’

Danny: 'We zijn van oudsher een organisatie die voor de lange termijn werkt, maar die lange termijn was altijd ontzettend stabiel. Zowel qua investeringen als het eendimensionale karakter van het energiesysteem. Vandaag de dag hebben we te maken met een systeemtransitie met allerlei onzeker­heden, zoals klantvragen die zich sneller ontwikkelen dan verwacht, stijgende (energie)prijzen en tekorten aan materialen en personeel. Politieke besluit­vorming rond het energiesysteem en de gewenste snelheid van de energie­transitie maken het tevens uitdagend om de lange termijn goed te taxeren. Het denken in scenario’s en dit vertalen in strategische besluiten en calculaties is een vaardigheid die we de afgelopen jaren flink hebben verbeterd. Vorig jaar hebben we onze investerings­plannen laten beoordelen door McKinsey en die concluderen dat we een robuust en volwassen proces hebben. Dat bevestigt dat we de juiste stappen zetten.’

Rol van Stedin

Dan de rol van Stedin in de energietransitie, hoe ziet Jan-Willem die? ‘Ik denk dat Stedin, en hetzelfde geldt eigenlijk

voor de gemeente, een stimulerende rol heeft in de verandering. Een belangrijk ingrediënt daarbij is helderheid geven aan de klant. Wanneer iemand in onze gemeente bijvoorbeeld laadpalen op z’n terrein wil en vervolgens duurt het 20 weken voordat de palen worden aangesloten, dan ontstaat er chagrijn. Wanneer zoiets van tevoren duidelijk is en je open bent over de dilemma’s waar je voor staat, dan is de kans veel groter dat je echt samen met klanten optrekt in de energietransitie. Die “systeemgedachte”, waarbij iedereen, inclusief klanten, dezelfde kant op beweegt, dat is waar we naartoe moeten.' 'Er valt nog veel te winnen’, zegt Danny, ‘maar we gaan de goede kant op. Als netbeheerder zijn we gebonden aan wet- en regelgeving en kunnen sommige dingen gewoon niet. Maar laten we vooral kijken naar wat wel kan. De energie­transitie goed uitvoeren is immers een gedeelde verant­woordelijkheid.’