Gedragsoplossingen
De sleutel voor flexibiliteit in het energiesysteem zit, naast technische oplossingen en flexoplossingen, voor een groot deel in gedrag. Met een duurzaam energiesysteem moeten we leren omgaan. Dat betekent duurzame energie gebruiken als het beschikbaar is (zie kader Zonnerette) en gebruikmaken van slimme oplossingen en minder energie gebruiken als het in mindere mate beschikbaar is. Op die manier kunnen we voorkomen dat we onnodig grote netuitbreidingen doen, om enkel sporadisch voorkomende grote pieken op te vangen.
Netbewust Laden
In 2023 hebben we in Nederland bijna een half miljoen laadpalen bereikt. Ongeveer tweederde van de laadpalen in ons verzorgingsgebied staat in de straat. Als alle elektrische auto’s gaan opladen op piekmomenten - tussen 16.00 uur en 21.00 uur - komt het elektriciteitsnet in de knel. Een laadpaal op straat laadt een auto op met een vermogen van maximaal elf kilowatt (kW). Dit is vergelijkbaar met het vermogen van tien eengezinswoningen die tegelijkertijd elektriciteit gebruiken. Samen met de gemeente Utrecht hebben we de impact onderzocht als auto's niet met elf maar met maximaal vier kW zouden laden. Dit zou aanzienlijk minder druk moeten geven op de kabel in de straat.
Netbewust laden geeft wat meer ruimte op het net, maar er kan meer winst gehaald worden door de meeste laadpalen in de straat tussen 16.00 en 21.00 uur helemaal uit te zetten. Voor iedere laadpaal die in de avondpiek uit staat, kan Stedin grofweg een woning extra aansluiten. Een eerder onderzoek van onderzoeksinstituut Elaad toonde aan dat bijna de helft van alle laadacties wordt gestart tijdens deze piekuren. Het laden van auto’s rond etenstijd is lang niet voor iedereen nodig. Dat kan ook op andere momenten op de dag, bijvoorbeeld als er veel zonnestroom voorhanden is.
Slim laden
De afgelopen 2,5 jaar is in het samenwerkingsproject FLEET door de lokale netbeheerder, bedrijven en kennisinstellingen op 380 publieke laadpalen ‘slim laden’ toegepast op basis van flexibele nettarieven. Elektrische auto’s werden opgeladen buiten piektijden in het elektriciteitsnet, om netproblemen te voorkomen. Wat blijkt? Het slim inrichten van dit systeem leidt tot ongeveer 20% minder problemen op het elektriciteitsnet. In de meeste gevallen merkten gebruikers van de laadpaal hier niets van.
Tijdens de proef bleek dat sommige elektrische automodellen helaas niet goed om konden gaan met laadpauzes tijdens piekmomenten. Bij deze auto’s kun je het laden dus niet zomaar uitstellen en moet je blijven laden met een bepaalde laadstroom om laadproblemen te voorkomen. De laadpalen kunnen deze auto’s herkennen en aanpassen, maar zo is ‘slim laden’ minder effectief. Daarom wordt nu verder onderzocht welke aanpassingen nodig zijn om alle auto’s optimaal te laten reageren, bijvoorbeeld met gestandaardiseerde laadprotocollen.
Inmiddels hebben netbeheerders op landelijk niveau besloten een tussenvariant van ‘slim laden’, ‘netbewust laden’, in te voeren. Daarbij wordt het laden niet onderbroken, maar wordt het laden als het ware ‘afgeknepen’. Het ‘slim laden’ wordt wel doorontwikkeld op regionale schaal.
De komende jaren willen we ‘netbewust laden’ in het gehele verzorgingsgebied implementeren. Gemeenten vragen we om bij nieuwe overeenkomsten voor publieke laadpalen ‘netbewust laden’ daarin op te nemen. Bij bestaande overeenkomsten gaan we het gesprek aan om ‘netbewust laden’ toe te passen.
Opschalen congestiemanagement
We zien dat we helaas steeds vaker tegen de grenzen van ons net aanlopen. In 2023 hebben we daarom prioriteit gemaakt van het inregelen en schaalbaar maken van solide processen voor de uitvoering van congestiemanagement, inclusief de juiste IT-ondersteuning. Inmiddels zijn de eerste resultaten zichtbaar zoals het vastleggen van flexcontracten, de ondersteuning van het bedrijfsvoeringscentrum bij het uitvoeren van netveiligheidsanalyses en het afroepen van flexvermogen, het inrichten van wachtlijstmanagement en het centraal vastleggen en delen van informatie over congestiegebieden.
Wat hebben we geleerd over benutten?
Door continu gesprekken te voeren met grootverbruikklanten en gemeenten, en goed inzicht te hebben in de toestand van onze netten, kunnen we eerder inzicht krijgen in waar mogelijk congestie kan ontstaan. Daardoor kunnen we proactief het gesprek aangaan met klanten en proberen keuzes te sturen om zo congestie te voorkomen of uit te stellen. Het zijn echter vooral de klantaanvragen van kleine bedrijven en consumenten die zich lastig laten voorspellen. Daardoor hebben we niet altijd even goed zicht op potentiële risico- en congestiegebieden. Hier blijven we in 2024 aan werken.
We zullen de technische, flex- en gedragsoplossingen verder moeten opschalen. Eind 2023 hebben we voor 52 MW flexvermogen gecontracteerd. Onze target is daarmee behaald. We zien echter dat we steeds meer flexvermogen nodig hebben en hebben daarom de target voor komend jaar flink verhoogd; tot 500 MW. Het verder opschalen van oplossingen is een belangrijke opgave voor 2024.
Tot slot hebben we geleerd om sneller en proactiever te acteren en communiceren over risico- en congestiegebieden. Duidelijke (externe) communicatie is cruciaal om te komen tot oplossingen met onze stakeholders om zo ons net optimaal te benutten.