Ontwikkelingen in samenleving en energiemarkt
Diverse ontwikkelingen hebben invloed op Stedin Groep. We beschrijven de belangrijkste invloeden die een rol spelen in onze strategische keuzes en bedrijfsvoering.
Geopolitiek en energietransitie
De energietransitie is in volle gang, terwijl de turbulente geopolitieke situatie de betaalbaarheid en beschikbaarheid van alle vormen van energie onder druk zet. De beperkte beschikbaarheid van aardgas en overige grondstoffen en de hoge prijzen voor energie tasten de fundamenten van ons energiesysteem aan. Leveringszekerheid, betaalbaarheid, maar ook duurzaamheid staan onder druk. Om de koopkrachtdaling te compenseren, heeft het kabinet een prijsplafond voor gas en elektriciteit ingesteld.
De beperkte beschikbaarheid van aardgas heeft ook een accelererend effect op de energietransitie. We zien een toenemende vraag naar elektrificatie van (industriële) bedrijfsprocessen en warmte. Zo zien we bijvoorbeeld dat in 2022 het aantal potentieel geïnteresseerde klanten voor elektrificatie met een factor 4 is gegroeid ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar en het gevraagd vermogen voor elektrificatie met een factor 2,5 is gegroeid. Ook is het totale vermogen van zonnepanelen op daken van woningen in Stedin-gebied in 2022 gegroeid met 34%.
Voldoende netcapaciteit
Voldoende capaciteit op het elektriciteitsnet is een steeds grotere en meer zichtbare uitdaging. Netcapaciteit beïnvloedt gesprekken over financiering, warmtenetten, ruimtelijke ordening en over de uitwerking van regionale plannen. In 2022 zijn in verschillende provincies de grenzen van de capaciteit van het hoogspanningsnet van TenneT in zicht gekomen. De transportschaarste op het hoogspanningsnet van TenneT voor het grootschalig afnemen van elektriciteit, raakt ook grootverbruikklanten in Stedin-gebied. Nieuwe aanvragen van klanten in het Rotterdamse havengebied, op Goeree-Overflakkee en in de provincie Utrecht komen op een wachtlijst zolang het onderzoek door TenneT naar congestiemanagement loopt. In 2022 heeft Stedin voor het eigen regionale netwerk geen nieuw congestiegebied aangekondigd. De nieuwe code voor congestiemanagement geeft de netbeheerders meer mogelijkheden om op plaatsen waar het net zijn maximale capaciteit heeft bereikt flexibel met de energievraag- en aanbod om te gaan totdat netuitbreiding is gerealiseerd.
Om de netcapaciteit de komende jaren beheersbaar te houden, is verdere invulling van rijksbeleid rondom het programmeren en prioriteren van duurzaamheidsontwikkelingen belangrijk. Hiertoe heeft Netbeheer Nederland opgeroepen in de analyse van het coalitieakkoord. Ook blijft het van belang dat systeem- en infrastructuurkosten meteen aan het begin van het plannen voor duurzame projecten worden meegenomen. Dit geldt zowel voor subsidieverstrekking als voor projectontwikkeling.
Om meer ruimte op het net te creëren hebben eind december de netbeheerders, ACM, medeoverheden, marktpartijen en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, onder leiding van speciaal coördinator Ben Voorhorst het Landelijke Actieprogramma Netcongestie (hierna LAN) gepresenteerd. Door het elektriciteitsnet sneller te verzwaren, met nieuwe regelgeving slimmer gebruik van het stroomnet te stimuleren en aan te zetten tot meer flexibel energieverbruik moet er meer ruimte gecreëerd worden op het stroomnet. Deze stappen in het LAN komen ons bij Stedin niet onbekend voor, sterker nog, we werken hier al aan binnen onze nieuwe strategie. Hoewel het mooi is dat de landelijke aanpak en die van ons grotendeels overeenkomen, is desondanks het opvolgen van de acties in het LAN veel werk en daar gaan we ons in 2023 op voorbereiden.
Voortgang energietransitie
Grootschalige duurzame opwek krijgt invulling met wind- en zonneparken. Opwek op land blijft, zeker naarmate het concreter wordt, een onderwerp dat veel discussie oplevert. In de Regionale Energie Strategieën (RES), waarin de grootschalige opwek per regio gepland wordt, hebben zon-op-dakprojecten sterk de voorkeur boven grote zonprojecten op land. Omdat voor zon-op-dakprojecten geen vergunningen nodig zijn, zijn dit soort projecten voor Stedin lastig te voorspellen.
De gebouwde omgeving is en blijft een complex speelveld door de diversiteit van de gebouwen en de stakeholders, maar ook vanwege de vaak hoge kostprijs voor verduurzaming. Wij werken aan het berekenen van de impact van deze nieuwe plannen op onze netten. Bijna alle gemeenten hebben inmiddels een Transitievisie Warmte. Aan de eerste wijkuitvoeringsplannen wordt inmiddels gewerkt door gemeenten, maar het aantal is nog zeer beperkt. Daarnaast zien we dat de elektrificatie van de industrie een vlucht neemt, onder andere gedreven door de hoge gasprijzen. In de glastuinbouw zijn ook veel ontwikkelingen gaande die impact hebben op het elektriciteitsnet. Tuinders plaatsen zonnepanelen op het dak van hun kassen, installeren e-boilers, stoppen (tijdelijk) met telen of gaan juist meer elektriciteit terugleveren met hun WKK. Qua mobiliteit is de verdere toename in elektrisch vervoer duidelijk merkbaar. De verkoop van elektrische personenauto’s blijft records breken, maar ook kleinschalig elektrisch vrachtvervoer zit in de lift. De Europese afspraak dat er in 2035 geen nieuwe auto’s met brandstofmotor verkocht worden, is door Nederland zelfs aangescherpt naar 2030. Daarnaast zien we dat de elektrificatie van het (openbaar) busvervoer steeds meer vorm krijgt. De laadinfrastructuur groeit in hoog tempo en op meerdere plaatsen weten we met slim laden netverzwaringen te voorkomen of uit te stellen.
Klimaatambities
Nadat de Europese Unie in 2021 haar klimaatambities naar boven had bijgesteld en de Europese Commissie (EC) het maatregelenpakket Fit for 55 had gepresenteerd, is in 2022 een aantal maatregelen uitgewerkt om de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen zo snel mogelijk te verminderen. Zo heeft de EC via het voorstel REPowerEU de ambities voor energiebesparing uit het Fit for 55-pakket verhoogd van 9% naar 13% in 2030 en voor de opwek van duurzame energie van 40% naar 45% in 2030.
In 2022 heeft de Nederlandse overheid het EU-pakket Fit for 55 deels doorvertaald naar een nationaal conceptbeleid voor de verschillende sectoren. De definitieve vaststelling van dit nationale beleid vindt plaats als ook op Europees niveau alle gesprekken over het pakket zijn afgerond. In het coalitieakkoord van 2021 heeft de regering aangegeven het doel voor 2030 in de Klimaatwet aan te scherpen tot tenminste 55% CO2-reductie ten opzichte van 1990 en de ambitie uitgesproken het beleid te richten op 60% reductie. Samen met de gezamenlijke netbeheerders zijn deze ambities verwerkt in energiescenario’s. Deze energiescenario’s zijn de basis voor ons investeringsplan. In de loop van 2023 zal duidelijk worden hoe groot de impact is en hoeveel we nog moeten versnellen in de uitbreiding van ons net. Uit de Klimaat- en Energieverkenning 2022 van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat Nederland deze doelen niet gaat halen. Uitgaande van vastgesteld en voorgenomen beleid zal Nederland in 2030 t.o.v. 1990 tussen de 39 tot 50 % CO2-emissiereductie hebben behaald.
Financiering
Door de netbeheerders Alliander, Enexis en Stedin, hun respectievelijke aandeelhouders en de Staat is intensief gesproken over de (financiële) consequenties van alle benodigde investeringen. Samen met Alliander en Enexis zijn wij met de Staat, in nauwe samenwerking met onze aandeelhouders, een afsprakenkader overeengekomen, waarbinnen de bedrijven verdergaande en gedetailleerde afspraken maken met de Staat. Binnen dit afsprakenkader heeft Stedin een verzoek tot kapitaalstorting gedaan van € 500 miljoen. In de begroting van 2022 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is deze € 500 miljoen gereserveerd. De exacte voorwaarden voor de financiële ondersteuning worden in 2023 verder uitgewerkt tussen Stedin, de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën en de aandeelhouders van Stedin. Met deze financiële ondersteuning kunnen wij onze investeringen financieren tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Daarnaast zijn Stedin en de aandeelhouderscommissie in gesprek met de gemeenten en provincies binnen het werkgebied van Stedin om te kijken hoe zij als (nieuwe) aandeelhouders kunnen bijdragen.
Wet- en regelgeving & politiek
In 2022 is het Kabinet Rutte IV gestart met een ambitieuze klimaat- en energie-agenda en een Minister voor Klimaat en Energie. Met een Klimaatfonds van € 35 miljard, het voornemen om de Klimaatwet aan te scherpen en een verdubbeling van de ambities voor wind op zee, wordt de energietransitie versneld. Ook de ambities van de Woon- en Bouwagenda zijn hoog; het kabinet wil de komende tien jaar een miljoen woningen bouwen. Ook heeft het kabinet de gemeente Borssele, gelegen in Stedin's verzorgingsgebied, aangewezen als locatie voor twee nieuw te bouwen kerncentrales. Deze kunnen met een versnelde aanpak klaar zijn in 2035.
Belangrijke wetgeving om de ambitieuze klimaat en energie-agenda te ondersteunen betreft de samenvoeging van de Elektriciteits- en Gaswet in de Energiewet en de Wet Collectieve Warmte (Wcw). Volgens de huidige planning gaat de Energiewet in 2023 naar de Kamer. De verwachting is dat ook de Wcw in 2023 naar de Kamer gaat. De meest ingrijpende wijziging van de Wcw is de marktordening; de wijze waarop warmtebedrijven worden geselecteerd en de rol van de publieke netwerkbedrijven hierin. De minister voor Klimaat en Energie heeft hierin het uitgangspunt gekozen dat warmte-infrastructuur voor de meerderheid in publiek eigendom moet zijn. Veel gemeenten hebben warmtenetten in hun Transitievisies Warmte als realistisch toekomstbeeld opgenomen. Zij zien een toekomst voor zich van een verdergaand geïntegreerd energielandschap, waarin het beheer van warmtenetten publiek wordt. Dit is min of meer in lijn met het beheer van elektriciteits- en gasnetten. Stedin ziet de warmtenetten als een belangrijk alternatief voor verwarming met aardgas en ziet ook dat de vitale energie-infrastructuren op de lange termijn steeds meer naar elkaar toegroeien. De regionale netwerkbedrijven zijn door het Rijk gevraagd een belangrijke rol te spelen bij de uitrol van warmtenetten. In overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten is aangegeven dat de regionale netwerkbedrijven deze rol op kunnen pakken, mits aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. In 2023 worden deze randvoorwaarden samen met het Rijk verder uitgewerkt. Deze ontwikkeling heeft impact op Stedin Groep en beïnvloedt mogelijk onze investeringsplannen.
Het besluit om in 2026 nieuwe verwarmingsinstallaties dusdanig te normeren dat alleen (hybride) warmtepompen een HR-ketel kunnen vervangen, zal de verduurzaming van de bestaande bouw flink versnellen. In combinatie met extra subsidies voor isolatiemaatregelen, kiest het kabinet gelijktijdig voor de collectieve verduurzamingsroute via warmtenetten en de individuele verduurzamingsroute via (hybride) warmtepompen.
Het nieuwe kabinet heeft oog voor de langdurige vergunningstrajecten die de realisatie van grootschalige infrastructurele projecten vertragen. Netbeheerders - en daarmee de energietransitie - hebben veel baat bij versnelde vergunningstrajecten en het inkorten van bestaande procedures. Dit heeft impact op de snelheid waarmee we de nodige infrastructuur voor de energietransitie kunnen realiseren. Netbeheer Nederland heeft in zijn review van het coalitieakkoord opgeroepen tot het doorvoeren van zeven ingrepen, waaronder het versnellen van de ruimtelijke processen.
Stikstof
In november 2022 heeft de Raad van State in de zaak ‘Porthos’ de bouwvrijstelling geschrapt, omdat deze niet voldeed aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Met de bouwvrijstelling was het niet langer nodig om te onderzoeken hoeveel stikstofdepositie wordt veroorzaakt tijdens de sloop of bouw. Nu deze is geschrapt betekent het voor Stedin dat projecten die een omgevingsvergunning moeten aanvragen, eerst moeten onderzoeken wat de stikstofeffecten zijn op de natuur. Dit zorgt mogelijk voor twee jaar langer durende vergunnings- en omgevingsprocessen, waardoor onder andere netinvesteringen vertragen en ook aansluitingen van zonne- en windparken op land vertraging oplopen. Daar komt bij dat elektrisch materieel moet worden ingezet om stikstofuitstoot tijdens de bouw te voorkomen. Hierdoor verwachten wij een toename in grote (tijdelijke)bouwaansluitingen voor elektrisch laden. De uitspraak heeft daarnaast consequenties voor de in het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Klimaat (MIEK) opgenomen infrastructuurprojecten die nodig zijn om de industrie te verduurzamen.
Naast de geopolitieke ontwikkelingen kampt de samenleving en ook Stedin met andere uitdagingen zoals personeels- en materiaalschaarste. De personeelsschaarste is vooral merkbaar in de uitvoering en de IT. Bovendien zien we dat het aantal benodigde FTE's sterk toeneemt in 2023. Zo was het aantal benodigde extra FTE's in 2022 163 en is het voor 2023 bijna 400. De wereldwijde bevoorradingsketen heeft te maken gehad met een aantal opeenvolgende verstoringen zoals de sluiting van havens en fabrieken als gevolg van de coronapandemie en de krapte op de grondstoffenmarkt door de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan. Dit heeft ook impact op Stedin waardoor onze bevoorrading van relatief voorspelbaar naar onvoorspelbaar is gegaan. Daarom hebben wij in 2022 veel werk gestoken in ons leveranciersmanagement. We doen er alles aan om tekorten aan vakmensen en materiaal geen rem te laten zijn op de energietransitie.
De coronapandemie heeft impact gehad op de manier waarop wij werken. Ons hybride werken kan meeveren met de dynamiek van het coronavirus en eventuele aanscherpingen van landelijke maatregelen.
Impact hoge energieprijzen
De hoge energieprijzen hebben impact op onze klanten, medewerkers, processen en financiën. Door de uitzonderlijk stijgende energieprijzen kunnen (klein)verbruikers mogelijk hun energierekening niet meer betalen. Bij wanbetaling mag een energieleverancier het contract beëindigen. Sluit een klant vervolgens geen nieuw leveringscontract af, dan is de netbeheerder wettelijk verplicht om de energie af te sluiten. Afsluiten gebeurt niet zomaar, dat is een zorgvuldig proces met extra aandacht voor kwetsbare consumenten. In de loop van 2022 zagen we dat een groter deel van de klanten met betalingsproblemen meer moeite had om een nieuwe overeenkomst bij een energieleverancier af te sluiten. Sinds eind oktober is een ministeriële regeling van kracht waardoor de energieleveranciers meer moeten doen om met een klant tot een (betalings-)regeling te komen, zodat er geen afsluitverzoek naar de netbeheerder hoeft. Na het ingaan van deze tijdelijke regeling zien we een halvering van het aantal eindeleveringsberichten. Desondanks is het aantal contractloze aansluitingen met ruim 3.000 toegenomen (van 51.094 eind 2021 naar 54.384 in 2022). Het netverlies als gevolg van klanten zonder een leveringscontract, waarbij de kosten niet op de klant verhaald konden worden, is hierdoor licht gestegen ten opzichte van 2021 en vormt zo'n 5% van het totale netverlies. Ook Stedin werd geconfronteerd met sterk verhoogde leveringstarieven bij het inkopen van energie. De netverliezen moeten ingekocht worden door de netbeheerder. Deze kosten worden verwerkt in de netwerktarieven. Normaal gesproken wordt dit met een vertraging van enkele jaren verrekend (per reguleringsperiode). Vanwege de uitzonderlijk gestegen inkoopprijzen staat ACM nu versnelde verrekening van de tarieven toe. Meer over de netverliezen leest u in het hoofdstuk Financieel resultaat.
Technologie
We zien een aantal technologieën volwassen en qua prijsstelling steeds bereikbaarder worden voor consumenten en bedrijven. Voorbeelden hiervan zijn zonnepanelen, elektrische auto’s, (hybride) warmtepompen en slimme apparaten voor thuis (domotica). De beschikbaarheid van betrouwbare data is steeds belangrijker om deze technologieën goed te laten functioneren. Dit vraagt om extra investeringen in onze elektriciteitsnetten en om realtimebesturing van het net.
Een slim te besturen net en een geïntegreerd energiesysteem hebben de toekomst. Daarbij kijken we natuurlijk ook vooruit naar aankomende innovaties op het gebied van systeemintegratie. De introductie van conversie- en opslagtechnologieën in het energiesysteem vraagt om een nieuwe benadering van het ontwerp en beheer van onze energie-infrastructuur. Door verschillende energiedragers, infrastructuur en partijen in de energiewaardeketen te verbinden, ontstaan er daarnaast nieuwe kansen voor zowel marktpartijen als netbeheerders. Bijvoorbeeld door pieken in duurzame elektriciteitsopwek om te zetten in gas of warmte. Systeemintegratie maakt het mogelijk om de huidige netcapaciteit nog beter te benutten en te zorgen dat het volledige aanbod duurzame energie te allen tijde op de juiste plaats en tijd en in de juiste vorm waardevol benut wordt.
Natuurlijke omgeving
Het internationale wetenschappelijke panel IPCC concludeert dat zelfs als de opwarming van de aarde beperkt blijft tot 1,5 graad, er talloze verliezen en schadeposten zijn. Het Living Planet Report 2022 van het Wereld Natuur Fonds laat bovendien zien dat de natuur meer dan ooit onder druk staat. Stedin ziet dat het nodig is om niet alleen klimaatverandering te voorkomen, maar dat het ook nodig is om zich voor te bereiden op de effecten van klimaatverandering op de energie-infrastructuur. We concretiseren dit onder andere in beleid voor de verduurzaming en het bevorderen van biodiversiteit van en om onze infrastructuur. Daarbij blijkt dat biodiversiteit bevorderende maatregelen kunnen helpen om technische uitdagingen op te lossen, zoals het voorkomen van te grote hitte in onze stations door het aanleggen van groene daken.