2. Uitbreiden capaciteit Broekvelden - Bodegraven
In het gebied rond Bodegraven hebben we de capaciteit flink uitgebreid. Langs de A12 tussen Gouda en Bodegraven hebben we 10 km aan 50kV elektriciteitsverbindingen aangelegd. Daarnaast hebben we de 10kV-installatie uitgebreid op het station Broekvelden.
3. Gebiedsontwikkeling Kop van de Beer - Rotterdam
Op de Kop van de Beer ontwikkelt de Haven Rotterdam een ‘Food Hub’ van ca. 60 hectare. De Kop van de Beer is de noordwestelijke punt van het Havengebied Europoort. Grotere voedselbedrijven zoals Innocent Drinks vestigen hier productielocaties. Voor de energievoorziening hebben wij er een 25/21 kV-transformatorstation gerealiseerd, dat inmiddels in bedrijf is.
4. Nieuw transformatorstation - Amersfoort
In Amersfoort zijn we bezig om 4 van onze stations flink te verbeteren. We verwijderen of vervangen verouderde componenten, vernieuwen het 50/10kV-transformatorstation en leggen nieuwe velden aan. Op deze manier waarborgen we de kwaliteit én verhogen we de capaciteit voor dit gebied. De werkzaamheden voor 3 van de 4 stations zijn in 2022 afgerond.
Van lange naar middellange en korte termijninvesteringsplannen
Een aanpassing aan het transportnet heeft een doorlooptijd van vele jaren. Om deze aanpassingen tijdig in gang te zetten, is een masterplan nodig voor de langetermijnontwikkeling van het elektriciteitsnet van Stedin. We hebben ons verzorgingsgebied opgedeeld in 18 gebieden waarvoor we zo'n masterplan met een scope tot 2050 hebben opgesteld. De grootste onzekerheid is de toekomstige ontwikkeling van de vraag naar energie. Deze onzekerheid proberen we te ondervangen aan de hand van beschikbare nationale en Stedin-scenario’s. Om tot de juiste investeringen te komen, vergelijken we de alternatieven op basis van het ‘minimale spijt’-principe. Dit helpt ons om in situaties met grote onzekerheid desinvesteringen te voorkomen en tijdig vergunningsprocedures in gang te zetten.
Geplande investeringen
De masterplannen zijn richtinggevend voor ons Strategisch Investeringsplan (SIP) 2022-2037. Eens in de twee jaar stellen we vanuit het SIP het investeringsplan (IP) op. Het IP 2022-2024 is in april 2022 vastgesteld. De beschikbare inzichten over de opwek van elektriciteit vanuit onder andere de RES zijn opgenomen in de scenario’s. Ook is bij het opstellen van het plan gebruik gemaakt van actuele klantinformatie en erkende landelijke en regionale beschikbare bronnen, zoals doorrekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving, SDE++-aanvragen en publieke en private projectontwikkelingen. Op www.stedin.net/investeringsplan staat meer over de investeringen in Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland. Via deze link is op een interactieve kaart van ons werkgebied te zien aan welke projecten we werken.
RePowerEU
Terwijl het ambitieuze EU-klimaatpakket ‘Fit for 55’ de stappen van de Brusselse beleidscyclus doorloopt, presenteerde de Europese Commissie in 2022 vanwege de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis alweer het volgende klimaatplan: REPowerEU. Via REPowerEU wordt de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen zo snel mogelijk afgebouwd en worden de Europese klimaatambities flink opgeschroefd. Een greep uit de Europese ambities voor 2030: 45% van het totale energiegebruik moet hernieuwbaar zijn, waarvan ten minste 600GW zonne-energie, 35 miljard m3 groen gas en 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof. De komende jaren moeten deze ambities naar landelijk beleid worden vertaald.
Congestie
We werken er hard aan om congestie zo veel mogelijk te vermijden. Tegelijkertijd is de grens van de capaciteit van het hoogspanningsnet van TenneT in zicht in meerdere delen van het land. Dit raakt ook grootverbruikklanten in ons werkgebied; in de Rotterdamse haven, Goeree-Overflakkee en de provincie Utrecht. Zodra er congestie is in het hoogspanningsnet veroorzaakt dit congestie in het betreffende gebied van de regionale netbeheerder. Daarom is de samenwerking met TenneT voor ons cruciaal.
Congestiegebieden TenneT
1. Haven Rotterdam en Goeree-Overflakkee
Congestie op afname, onderzoek loopt
In een groot deel van de Rotterdamse haven (Europoort, Botlek en Pernis) en de regio’s Voorne-Putten, Goeree-Overflakkee, Hoek van Holland en Hoogvliet gaan Stedin en TenneT onderzoeken of het elektriciteitsnet efficiënter benut kan worden met behulp van congestiemanagement voor de afname van elektriciteit. Het hoogspanningsnet zit in deze regio’s nagenoeg aan de maximale capaciteit door een sterk groeiend aantal (verzwarings)aanvragen voor elektrificatie van industriële processen en het aansluiten van onder andere elektrolysers, e-boilers, walstroom en e-logistiek. De aanvragen bij elkaar betreffen 650 megawatt (MW) en werden in uiteenlopende scenario’s pas voorzien richting 2030. De groei van 650 MW is vergelijkbaar met 4 keer het vermogen van de stad Delft op een piekmoment. De uitkomst van het congestiemanagementonderzoek verwacht TenneT in de zomer van 2023. De structurele oplossing is de uitbreiding van capaciteit voor deze regio en bestaat onder meer uit het bijplaatsen van drie transformatoren. Naar verwachting is dit tussen 2027 en 2029 gereed. Meer informatie op www.stedin.net.
2. Provincie Utrecht
Congestie voor opwek, tot op zekere hoogte congestiemanagement mogelijk waardoor merendeel wachtlijst transportrechten heeft gekregen
Congestie op afname, onderzoek loopt
In 2021 is in de provincie Utrecht congestie afgekondigd vanwege transportbeperkingen van TenneT. Uit het onderzoek naar congestiemanagement blijkt dat voor een groot deel van onze wachtlijst capaciteit beschikbaar komt om nieuwe klantaanvragen (>3x80 ampère) terugleververmogen te bieden. In overleg met onze klanten - op volgorde van de wachtlijst - bespreken we hoeveel vermogen voor teruglevering is vrijgekomen. In november 2022 is door TenneT ook een vooraankondiging gedaan van structurele congestie voor afname van elektriciteit. TenneT voert het onderzoek uit naar de mogelijkheden van congestiemanagement en verwacht de uitkomst in de zomer van 2023. Ook verwacht TenneT door uitbreidingswerkzaamheden aan het hoogspanningsnet de huidige knelpunten in 2029 op te lossen. In de afgelopen twee jaar is in de provincie Utrecht voor 265 MW aan transportvermogen aangevraagd. Dit is vergelijkbaar met het elektriciteitsverbruik van de stad Utrecht op een piekmoment. Meer informatie op www.stedin.net/utrecht.
Nieuwe code voor congestiemanagement
Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) heeft op 25 mei 2022 nieuwe regelgeving gepubliceerd voor het toepassen van congestiemanagement. Met deze nieuwe spelregels krijgt Stedin meer mogelijkheden om op plaatsen waar het net zijn maximale capaciteit heeft bereikt flexibel met energievraag- en aanbod om te gaan totdat de netuitbreiding gerealiseerd is. Hierdoor kunnen we de beperkt beschikbare ruimte van het elektriciteitsnet efficiënter benutten en ontstaat er eerder ruimte voor nieuwe klanten, zoals producenten van groene stroom.
Door de nieuwe regels kunnen ook producenten die grootschalig duurzame energie opwekken tegen een financiële vergoeding meedoen aan congestiemanagement. Is in een gebied het stroomaanbod of -vraag groter dan het netwerk aankan? Dan kan de netbeheerder via het platform GOPACS een oproep aan (markt)partijen doen om meer of juist minder elektriciteit te gebruiken of op te wekken. De (markt)partijen geven vervolgens aan tegen welke prijs zij dit willen doen. Als de netbeheerder vervolgens de biedingen accepteert, doet de producent of verbruiker wat die heeft beloofd en krijgt daarna een financiële vergoeding.
Stand van zaken in de drie congestiegebieden van Stedin
In 2022 heeft Stedin voor het eigen regionale netwerk geen nieuw congestiegebied aangekondigd.
1. Dordtse Kil
Congestie voor opwek, heronderzoek loopt
Sinds september 2021 kunnen nieuwe duurzame projecten op bedrijventerreinen Dordtse Kil III en IV hun opgewekte energie niet terugleveren aan het elektriciteitsnet. Dat kan weer als de netuitbreiding gereed is (medio 2025). Door de nieuwe code voor congestiemanagement hebben we meer mogelijkheden voor congestiemanagement. Op 10 november startte Stedin daarom een marktuitvraag. Hiermee maken we ruimte vrij op het elektriciteitsnet en kunnen we mogelijk eerder meer klanten aansluiten. We verwachten in het eerste kwartaal van 2023 het heronderzoek naar aanleiding van de nieuwe code voor congestiemanagement gereed te hebben. Meer informatie op www.stedin.nl/dordtsekil.
2. Middelharnis
Congestie op opwek, heronderzoek loopt
In Middelharnis wordt op piekmomenten bijna drie keer zoveel elektriciteit opgewekt als wordt gebruikt. Hierdoor moeten we veel opgewekte elektriciteit van het eiland af transporteren. De afgelopen 10 jaar is hier al voor ruim € 100 miljoen in geïnvesteerd en de komende jaren plaatsen we extra transformatoren die een investering van een kleine € 7 miljoen vergen. In het eerste kwartaal van 2023 is het heronderzoek naar aanleiding van de nieuwe code voor congestiemanagement gereed. Naar verwachting is er vanaf begin 2024 meer ruimte voor nieuwe teruglevering omdat dan de extra transformatoren in bedrijf worden genomen. Meer informatie op www.stedin.net/middelharnis.
Congestie in Middelharnis voorkomen
Op zaterdag 19 maart werd in en rond Middelharnis zoveel zonne- en windenergie opgewekt en zo weinig elektriciteit verbruikt, dat er een piek in de teruglevering is ontstaan. De kans op overbelasting van het net en een storing is dan heel groot. Wij hebben direct contact opgenomen met een producent van zon- en windelektriciteit. Die heeft meteen zijn productie naar beneden gebracht. Zo hebben we met hulp van de producent een storing voorkomen.
3. Zeeland: Schouwen-Duiveland en Tholen
Congestie voor opwek, heronderzoek loopt
In het najaar van 2020 is structurele congestie afgeroepen op Schouwen-Duiveland en Tholen. Samen met TenneT werken we aan oplossingen om het elektriciteitsnet hier te versterken. Hiervoor plaatsen we op zowel Schouwen-Duiveland als Tholen nieuwe transformatoren, verbonden met een nieuw aan te leggen 150 kV verbinding naar Bergen op Zoom ter vervanging van de bestaande 50kV-Noordring. Deze is naar verwachting uiterlijk medio 2027 operationeel. Ook in deze gebieden roepen we partijen op om, tegen een vergoeding, flexibiliteit aan te bieden. Dit heeft inmiddels geleid tot een eerste contract met Zeeuwind voor Windpark Noorpolder. Meer informatie op www.stedin.net.
Op Schouwen-Duiveland en Tholen doen we een pilot met een ‘Non-Firm Aansluit- en Transportovereenkomst’. Met deze overeenkomst kunnen we klanten wel aansluiten in congestiegebieden, maar hebben ze geen garantie dat ze altijd elektriciteit op ons net kunnen terugleveren en/of van ons net kunnen afnemen. Met de klant maken we afspraken dat de productie-installatie minder of niet teruglevert als het net overbelast dreigt te worden.
Eerste contract voor flexibel elektriciteitsvermogen volgens nieuwe netcode getekend
Stedin, duurzame energiecoöperatie Zeeuwind en Gabri Hoek B.V. hebben op 25 november als eersten in Nederland een ‘congestiemanagementcontract’ getekend voor Windpark Noordpolder volgens de nieuwe netcode elektriciteit. Hierdoor kan structurele filevorming op het elektriciteitsnet worden vermeden en ontstaat potentieel 10 megawatt extra ruimte op het lokale elektriciteitsnet van Tholen en Schouwen-Duiveland. Totdat de structurele netuitbreiding is gerealiseerd in 2027 profiteert iedereen in het gebied hiervan omdat het bijdraagt aan de leveringszekerheid. Windpark Noordpolder ontvangt een vergoeding voor de geleverde flexibiliteitsdiensten. De samenwerking moet het begin zijn van vele volgende flexcontracten.
Wachtlijst
Vanwege congestie staan eind 2022 228 bedrijven en instellingen op onze wachtlijst om aangesloten te worden voor in totaal 194 MW (In Utrecht staan 141 klanten op de wachtlijst, in Zuid-Holland 47 en in Zeeland 40). Bij 188 van de 228 bedrijven op de wachtlijst gaat het om teruglevering en bij 40 om afname van elektriciteit met een vermogen van 40 MW. In ons werkgebied hebben we een leveringszekerheid van 99,9959%. De klanten die op een wachtlijst staan hebben echter een leveringszekerheid van 0% van de aanvraag. Het spijt ons zeer dat wij hen geen nieuwe transportcapaciteit kunnen bieden. We doen er dan ook alles aan om congestie te voorkomen en onze netten zo goed mogelijk te benutten.
Impact van de congestie
Als congestiemanagement niet mogelijk is, geldt de congestie in alle gebieden alleen voor grootverbruikers met een aansluiting groter dan 3x80 ampère. Consumenten kunnen zonnepanelen blijven plaatsen en elektriciteit terugleveren. Wanneer congestiemanagement wel mogelijk is, maken we met klanten afspraken dat zij het net minder gebruiken op specifieke momenten. Hierdoor ontstaat ruimte voor andere klanten, zodat deze in principe geen hinder ondervinden van de congestie. Er geldt een maximum voor de omvang van congestiemanagement. Klanten waarmee afspraken zijn gemaakt, worden hiervoor gecompenseerd.
Transportschaarste voorkomen
Flexibiliteit
Als we een probleem in ons net voorzien door een specifieke aanvraag, gaan wij in gesprek met de klant over wat die wil afnemen en/of opwekken. We laten zien wat wel kan, bieden perspectief en hebben een gesprek over het al dan niet inzetten van flexibiliteit zodat we stroompieken kunnen verminderen. Met klanten die flexibiliteit leveren, werken we met zogenaamde ‘capaciteitsbeperkingscontracten’. Klanten krijgen een financiële compensatie voor hun flexibiliteit.
Uitgaven aan flexibel regelvermogen
Om flexibel regelvermogen in de praktijk in te kunnen zetten moeten verschillende afspraken gemaakt worden tussen Stedin en de partij die flexibel regelvermogen aanbiedt, waaronder afspraken over de vergoeding. Dit is een lastig speelveld. Enerzijds moet de vergoeding voldoende zijn om deelnemers te verleiden – deze dienen er niet op achteruit te gaan. Anderzijds hebben - vanuit het kader van een vastgesteld budget - de kosten voor flexibiliteit een direct effect op het aantal klanten dat door congestiemanagement aangesloten kan worden. Hoe hoger de kosten voor flexibel regelvermogen, des te minder klanten van de wachtrij geholpen kunnen worden en weer capaciteit kunnen krijgen. Stedin kiest voor 'op kosten gebaseerde vergoedingen' voor de inzet van flexibel regelvermogen. Dit betekent dat klanten bij het terugregelen van een zonnepark een vergoeding van Stedin ontvangen die gelijk is aan de omzet die ze gehad zouden hebben op de 'day ahead markt' bij de verkoop van energie.
GOPACS
GOPACS is een gezamenlijk platform van de regionale en landelijke netbeheerders waarop ze gezamenlijk en efficiënt flexibiliteit inkopen, afstemmen en coördineren. Het platform sluit aan op bestaande handelsplatformen waarbij deelnemende partijen in een specifiek netgebied aangeven tegen welke prijs zij bereid zijn meer of minder elektriciteit te verbruiken of terug te leveren. Zodra er een knelpunt op het net dreigt, doet de netbeheerder een oproep om flexibel vermogen te bieden. In het afgelopen jaar was een duidelijke toename te zien van deelnemers op het platform.
GOPACS telt in 2022 721 aansluitingen verdeeld over 27 trading companies. In ons verzorgingsgebied zijn dat 219 (2021: 150) aansluitingen bij 7 trading companies. Dit jaar is er door Gopacs (voor alle netbeheerders incl. TenneT) bijna 182 GWh aan flexibiliteit geleverd met een ‘waarde’ van ruim € 59,5 miljoen (2021: 140 GWh/ € 35 miljoen). De ‘waarde’ is in dit geval het verschil tussen de koop- en verkooporders (dus wat de netbeheerder betaalt). We verwachten dat GOPACS door de nieuwe code congestiemanagement steeds vaker door ons zal worden ingezet.
Flexchallenge
In april dit jaar startten we een marktconsultatie onder de naam ‘Stedin Flexchallenge’. Hierbij dagen we bedrijven uit om met ons mee te werken om het elektriciteitsnet beter te benutten. Dit kunnen ze doen door op piekmomenten minder of juist meer elektriciteit af te nemen of terug te leveren.
De Flexchallenge focust zich nu op 2 gebieden waar we verschillende dingen willen leren:
Netgebied Spijkenisse. Hier verkennen we de mogelijkheden om een netverzwaring te voorkomen of uit te stellen door de geleidelijke toename in de vraag naar elektriciteit te faciliteren.
Congestiegebied Schouwen-Duiveland & Tholen. In dit gebied onderzoeken we of we met behulp van flexibel vermogen ruimte kunnen creëren voor nieuwe grootschalige zon/wind initiatieven voor de opwek van elektriciteit tijdens de periode dat er congestie is.
Onze oproep heeft geleid tot maar liefst 30 oplossingen van zeer verschillende partijen, verdeeld over grofweg drie categorieën: flexibiliteit in duurzame opwek door zon en wind, flexibele bedrijfsprocessen en opslag. In de beide gebieden ziet Stedin kansen om daadwerkelijk meer ruimte te creëren op het elektriciteitsnet.
In de tweede helft van 2022 heeft Stedin vervolgstappen gezet om de organisaties met de direct inzetbare oplossingen te contracteren. Dit heeft in 2022 onder andere geleid tot de eerste getekende overeenkomst voor het leveren van flexibiliteit. Stedin blijft zich inzetten om meer flexibiliteit te contracteren, zodat er voldoende flexibele capaciteit beschikbaar komt om klanten die in de wachtrij staan aan te sluiten.
Energie Collectief Utrechtse Bedrijven
Begin 2022 is er op initiatief van het Energie Collectief Utrechtse Bedrijven (ECUB) een actieve samenwerking tussen Stedin, de gemeente Utrecht en de provincie Utrecht opgestart. Het doel: het net optimaal benutten. Het samenwerkingsverband realiseert met lokaal aangesloten bedrijven op het industrieterrein Lage Weide een gezamenlijke oplossing om te voorkomen dat het lokale net overvol raakt en ontwikkelingen geremd worden of tot stilstand komen. Die bedrijven hebben samen met het ECUB een lokale energiecoöperatie opgericht, om gedurende piekmomenten flexibiliteit te bieden in afname en/of teruglevering en zo collectief gebruik te maken van deze vrije ruimte. De partijen worden in een virtueel net samengebracht en delen daar de capaciteit met elkaar. Piekmomenten voorkomen we zoveel mogelijk door flexibele vermogensvraag (zoals e-laadinstallaties en warmte-koudeopslag slim aan te sturen). Als er toch een piekmoment is, wordt de beschikbare netcapaciteit aangevuld met energie uit batterijen en indien nodig met lokale fossiele opwekcapaciteit zoals een gasgenerator. Door de combinatie van realtime metingen, slimme sturing en piekopwekvoorzieningen maken we maximaal gebruik van de beschikbare netcapaciteit.
Benutten van onze netten
We hebben, naast het inzetten van flexibiliteit, nog verschillende instrumenten die gericht zijn op het maximaal benutten van het bestaande energienet. Stedin ontplooit hiervoor diverse initiatieven zonder de leverbetrouwbaarheid in gevaar te brengen. Voorbeelden hiervan zijn het loslaten van de storingsreserve en cable pooling.
Storingsreserve loslaten en opweksturing
Als een stroomkabel kapot gaat en de storingsreserve niet meer beschikbaar is om de elektriciteit om te leiden, werken we met opweksturing. Dit is het met een stuurbox decentraal en op afstand sturen van opwekvermogen (van zon en wind) in het geval van storingen of onderhoudswerkzaamheden. Met deze dienst zijn wij in staat om grote opwekkers, zoals zon- en windparken, tijdelijk af te remmen in hun productie. Zo kunnen we in geval van een storing toch de storingsreserve gebruiken en de duur van die storing beperken. Hiermee borgen we de hoge betrouwbaarheid van ons elektriciteitsnet. Samen met commerciële partners en klanten Sunrock, Kieszon en Eneco heeft Stedin de dienst opweksturing ontwikkeld. Sunrock en Eneco werken dit jaar voor het eerst met een stuurbox in de gebieden Europoort en Dordtse Kil. In de Dordtse Kil gaat deze stuurbox met name helpen om uitval te voorkomen bij een storing. In 2022 hebben we de stuurbox bij drie klanten geplaatst. Doordat we twee grote windparken (Kroningswind en Harde Zeewering) hebben aangesloten kunnen we nu sturen op ruim 200 MW. Het is de ambitie om in 2023 bij 500 klanten een stuurbox te plaatsen. Vanaf volgend jaar wordt deze dienst ook geschikt gemaakt voor batterijen.
Cable pooling
Bij cable pooling kunnen we op één aansluiting zowel zon- als windopwek op één kabel combineren. Dit is van belang, want de totale capaciteit van een aansluiting wordt bij opwekinstallaties voor zon (12%) en wind (28%) maar beperkt benut. Het waait immers niet altijd en er is niet constant zon. Toch moet de aansluiting piekbelasting aankunnen. Bij cable pooling regelen we op piekmomenten, als de capaciteit van de aansluiting te klein is, het zonne- of windpark terug. Zo wordt de hoeveelheid verloren energie beperkt. Het rendement op een aansluiting kunnen we hiermee verhogen naar 39%, er zijn minder aansluitingen nodig en we kunnen meer opwekvermogen kwijt op het net. In 2022 zien we dat de markt nog niet zover is dat cable pooling tussen verschillende partijen wordt toegepast in Stedin gebied. De verwachting is wel dat deze optie door capaciteitschaarste steeds interessanter wordt.
De onderlinge afhankelijkheid van partijen bij nieuwe initiatieven wordt hierbij nog als drempel aangedragen, evenals terughoudendheid bij financiers. Onbekend maakt immers onbemind. Een voorbeeld waarbij de technische en economische voordelen van cable pooling worden gerealiseerd is het cable pooling ‘light’ project van Vattenfall, dat dit jaar is geopend op Goeree-Overflakkee waar wind, zon, en batterijen worden gecombineerd.
Verruiming cable pooling
Meerdere klanten hebben aangegeven gebruik te willen maken van cable pooling in situaties waarbij een opwekker en een afnemer betrokken zijn. Dit mag echter niet binnen de bestaande regelgeving. Deze schrijft voor dat cable pooling alleen plaats mag vinden in combinaties van zon en wind. Zon en wind zijn immers vaak complementair aan elkaar. Om onze netcapaciteit nog beter te benutten is een verruiming van de cable poolingregeling voor opwekkers en afnemers (waaronder batterij-exploitanten) voor Stedin en haar klanten interessant. Van het beter verdelen van het ‘éénrichtingsverkeer (alleen opwek)’ zijn we dan in staat om met dezelfde infrastructuur een groter deel van het net voor ‘tweerichtingsverkeer (opwek en afname)’ in te zetten. Omdat opwek en afname complementair zijn aan elkaar, hoeven partijen in tegenstelling tot cable pooling tussen opwekkers, bij incidentele momenten van harde wind en felle zon, hun opwek niet terug te schroeven. Dit vergemakkelijkt het maken van onderlinge afspraken.
Onder andere via het Landelijk Actieprogramma Netcongestie streeft Stedin ernaar om barrières voor haar klanten terug te brengen en bovengenoemde verruiming wettelijk mogelijk te maken.
Inzet batterijen ter voorkoming van congestie
Sinds de aankondiging door TenneT van congestie in Limburg en Noord-Brabant zien we in ons werkgebied een verviervoudiging van het aantal aanvragen en het tienvoudige aan aansluitvermogen om batterijen aan te sluiten op het regionale elektriciteitsnet. In 2022 ging het om ruim 1350 MW. Dit staat gelijk aan ruim 3 keer het vermogen van de stad Den Haag op een piekmoment. De opgave is enorm, en het is voor Stedin niet mogelijk om deze vermogens zomaar in te passen.
Batterijen zijn een belangrijk onderdeel van het energiesysteem van de toekomst. Slimme batterijen kunnen binnen enkele minuten worden ingezet om op te laden of te ontladen en kunnen zo helpen bij het oplossen en voorkomen van congestie, mits de juiste voorwaarden worden toegepast. De nieuwe batterij-aanvragen vragen juist veel reservecapaciteit van het netwerk in plaats van het net te ontlasten bij pieken. Zo laden ze vaak als een batterij leeg is en niet automatisch als er veel duurzame opwek is door bijvoorbeeld zon. Hierdoor ontstaat het risico op congestie.
Stedin ziet het als haar maatschappelijke taak om onnodige congestie te voorkomen en wil daarom het liefst alleen partijen aansluiten die bereid zijn afspraken te maken. De wet staat niet toe dat Stedin selectief is in het aansluiten van klanten. Toch zijn wij van mening dat er grond is om hierop te sturen omdat wij het niet solidair vinden dat enkele partijen de capaciteit van het elektriciteitsnet blokkeren.
We zijn in gesprek met batterij-exploitanten om deze aanpak vorm te geven en om af te stemmen of deze voor alle partijen werkbaar is.
Slim investeren in onze netten
Station HVS-Centrale is het meest bijzondere station van de regio Den Haag: de gevel van het pand heeft een monumentaal aanzicht. Ook staat het station in een dichtbevolkt gebied. In 2023 vervangen we de primaire installatie van de HVS-Centrale en vergroten de capaciteit met 50%. Vanwege de beperkte ruimte in de HVS-centrale hebben we met Siemens twee grote E-houses ontwikkeld en geplaatst die tijdens de verbouwperiode tijdelijk de functie overnemen van de HVS-Centrale. Hierdoor kunnen we veilig het bestaande station verbouwen en na de verbouwing alle verbindingen weer in de HVS-Centrale aansluiten. De E-houses zijn compact maar hebben alle functionaliteiten van het bestaande pand. In verhouding is de bouwperiode kort (ongeveer 1 jaar). Na de verbouwing van HVS-Centrale zetten we de E-houses in bij andere stations.