Financiële, economische prestaties
Stedin Groep heeft een publieke taak. Wij gaan verstandig en efficiënt om met ons maatschappelijk kapitaal. Een financieel gezonde Stedin Groep heeft de nodige slagkracht om de versnelling van de energietransitie mogelijk te maken.
Om de versnelling van de energietransitie en de elektrificatie van het energienet mogelijk te maken, economische groei te faciliteren en de kwaliteit van het huidige netwerk te borgen, investeerde Stedin in 2022 ruim € 700 miljoen in haar elektriciteits- en gasnetten. Van 2023 tot en met 2030 investeren we nog eens minimaal € 8 miljard. We moeten dus opschalen naar een niveau van gemiddeld € 1 miljard per jaar. Aanvullende ambities zoals Fit For 55, RepowerEurope of de vergoedingen voor congestiemanagement kunnen dit bedrag nog groter maken.
Mogelijkheden benutten
Om deze investeringen te kunnen doen is veel geld nodig. Stedin benut alle mogelijkheden die binnen haar eigen bereik liggen om haar financiële positie te versterken:
Efficiënt werken: Stedin blijft kritisch kijken naar de eigen kosten. We hebben een efficiencyprogramma tot en met 2025 met als doel een structurele besparing te behalen op onze kosten van € 180 miljoen. Over de doelstellingen, resultaten en het vervolg van dit efficiencyprogramma leest u meer in het hoofdstuk Betaalbare en efficiënte dienstverlening,
Effectief investeren: Stedin zet vol in op risicogebaseerd onderhoud. We wegen zorgvuldig af welke investeringen er nodig zijn om het net veilig te houden.
Versterken eigen vermogen: Aandeelhouders hebben in 2021 voor de korte termijn al een eerste kapitaalstorting gedaan van € 200 miljoen om het eigen vermogen te versterken. Ook is eerder het verkoopresultaat van € 251 miljoen door de verkoop van het niet-gereguleerde onderdeel Joulz grotendeels in de onderneming gebleven.
Kapitaalbehoefte invullen
Om tot 2030 € 8 miljard te kunnen investeren in de energie-infrastructuur is naast geld lenen en onze tariefinkomsten, € 1,8 miljard additioneel eigen vermogen nodig. Dit vraagt om een bijdrage van verschillende partijen. Het jaar 2022 heeft dan ook in het teken gestaan van intensief overleg met een groot aantal stakeholders om de kapitaalbehoefte in te vullen. Dit heeft erin geresulteerd dat de Rijksoverheid € 500 miljoen heeft gereserveerd in de Rijksbegroting voor het versterken van het eigen vermogen van Stedin Groep. Dat heeft het kabinet op Prinsjesdag bekend gemaakt. De laatste maanden van het jaar stonden in het teken van de verdere uitwerking van de participatie. Hierbij hebben we nauw opgetrokken met de netbeheerders Enexis en Alliander, omdat ook zij in de toekomst mogelijk een beroep moeten doen op de Rijksoverheid. Ook onze 44 aandeelhouders hebben een belangrijke rol gespeeld in dit traject.
De Staat en de netwerkbedrijven Alliander, Enexis en Stedin zijn eind 2022 tot een onderhandelingsakkoord gekomen over de voorwaarden waaronder een kapitaalstorting en daarmee aandeelhouderschap door de Staat in de netwerkbedrijven in de toekomst mogelijk wordt. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in een ‘afsprakenkader’. Dit dient als basis voor een eventuele participatieovereenkomst, waarin meer gedetailleerde afspraken worden vastgelegd. Het afsprakenkader ligt nu ter besluitvorming voor aan de Raden van Commissarissen, medezeggenschapsorganen en bestaande aandeelhouders van de netbeheerders. Onder het afsprakenkader heeft Stedin reeds een verzoek tot kapitaalstorting gedaan van € 500 miljoen. Deze € 500 miljoen is op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat gereserveerd. De exacte voorwaarden voor deze financiële ondersteuning worden in 2023 verder uitgewerkt tussen Stedin, de ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën en de aandeelhouders van Stedin.
Daarnaast zijn Stedin en de aandeelhouderscommissie in gesprek met gemeenten en provincies om te kijken hoe ook zij als (nieuwe) aandeelhouders kunnen bijdragen. In de zomer heeft Stedin decentrale overheden in het werkgebied uitgenodigd om te participeren in Stedin. Vervolgens is er verdiepende informatie verstrekt en hebben er verschillende informatiebijeenkomsten plaatsgevonden. De gesprekken over mogelijke deelname aan een aandelenparticipatie lopen nog. We hopen in het derde kwartaal van 2023 meer zicht te hebben op de uitkomsten hiervan.
Regulering
Naast deze oplossingen, blijft Stedin ervoor pleiten het reguleringsmodel verder aan te passen. Het methodebesluit, dat in 2021 door de ACM werd gepubliceerd, bepaalt hoe de tarieven van netbeheerders tot en met 2026 mogen worden opgebouwd. Het is voor netbeheerders van wezenlijk belang dat hierin voldoende middelen vrijkomen om de energietransitie (voor) te financieren. Omdat bij investeringen van de netbeheerders de kosten voor de baten uit gaan, levert dit een financieringsvraagstuk op. De netbeheerders hebben aangedrongen op aanpassing van het bestaande reguleringsmodel, omdat dit op dit moment onvoldoende aansluit bij de taken van de netbeheerders in het faciliteren van de energietransitie. Hierover zijn we blijvend in gesprek met de ACM. Een resultaat hiervan is bijvoorbeeld dat een deel van de netverliezen, de kosten voor het verlies aan stroom door onder meer transport en energiediefstal, eerder gecompenseerd worden. De netverliezen zijn door de oplopende energieprijzen afgelopen jaar sterk gestegen. Meer over netverliezen is te lezen in het hoofdstuk Financieel resultaat en Risicomanagement.
Vreemd vermogen - groene obligatie
Stedin Groep heeft in mei 2022 met succes een groene obligatie uitgegeven van € 500 miljoen. Dit kapitaal wordt geïnvesteerd in de uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet dat wordt gebruikt voor het aansluiten van nieuwe windmolen- en zonneparken en het verduurzamen van onze eigen bedrijfsvoering. Ook wordt dit kapitaal gebruikt voor de aflossing van een obligatie van € 300 miljoen die is uitgegeven in 2017. In 2019 en 2021 werden ook al groene obligaties uitgegeven. Inmiddels heeft Stedin Groep € 1,5 miljard aan groene obligaties uitgegeven waarover in december 2022 een nieuw Green Bond rapport is gepubliceerd. De lening van € 500 miljoen heeft een looptijd van 8 jaar, een uitgifteprijs van 99,318% en een couponrente van 2,375% (effectieve rente van 2,47%). Stedin Groep heeft met deze uitgifte bestaande maar ook nieuwe duurzame investeerders aan zich kunnen binden. De uitgifte is bijna 2 keer overtekend. Dit heeft ook meegeholpen aan de uitstekende voorwaarden waartegen de lening is uitgeven. De obligatie is genoteerd aan Euronext Amsterdam. Meer informatie over het Green Finance Framework en het Green Bond rapport vindt u op onze website.
ISS ESG heeft Stedin als bedrijf een algehele duurzaamheidsrating gegeven van B. Stedin heeft met deze rating en met de hoge beoordeling van haar transparantieniveau voor wat betreft de niet-financiële data een 'Prime Status' gekregen.
Credit rating
Standard & Poor's (S&P) heeft de A- creditrating met stabiel vooruitzicht van Stedin Groep herbevestigd in een sectorrapport dat is gepubliceerd op 25 juli 2022. Hierin staat dat S&P gelooft in de bereidheid van het Rijk om de creditratings van de regionale netbeheerders te ondersteunen. S&P is van mening dat de steun van het Rijk helpt om ruimte te creëren in de kredietratio's voor de drie Nederlandse regionale netbeheerders, waar Stedin de minste financiële armslag heeft. Ook staat in het rapport, dat als er zich een vertraging voordoet in de uitvoering van de steun door het Rijk of als er geen verdere steun volgt van de huidige en/ of potentieel nieuwe aandeelhouders van Stedin, de rating onder druk komt te staan. S&P geeft in haar rapport aan bewijs te willen zien van aanstaande steun door het Rijk en/of (nieuwe) aandeelhouders tegen eind 2022.
Voor de laatste ontwikkeling rondom de creditrating, zie note 34 Gebeurtenissen na balansdatum.
EU Taxonomie
De EU Taxonomie is een onderdeel van de Green Deal van de Europese Unie die als doel heeft om in 2050 een klimaatneutraal continent te zijn. De taxonomie is een leidraad voor investeringen in duurzaamheid en maakt duidelijk welke van onze activiteiten ecologisch duurzaam mogen heten. In 2021 hebben wij, als onderneming van openbaar belang, voor het eerst gerapporteerd over het duurzame aandeel van onze omzet, kapitaaluitgaven (CapEx) en het aandeel operationele uitgaven (OpEx), de zogenaamde ‘taxonomie-eligible’ economische activiteiten. In 2022 zetten wij de volgende stap in onze rapportage en beoordelen wij of de taxonomie-eligible activiteiten in aanmerking komen voor ‘alignment’. Daartoe beoordelen wij of de ‘taxonomie-eligible’ economische activiteiten, volgens door de EU voor de 2 eerste milieudoelstellingen (klimaatmitigatie en klimaatadaptatie) vastgestelde technische screeningscriteria, bijdragen aan - én geen schade doen aan de overige milieudoelstellingen:
Klimaatmitigatie;
Klimaatadaptatie;
Het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen;
De transitie naar een circulaire economie;
De preventie en bestrijding van verontreiniging;
De bescherming en herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.
De technische screeningcriteria worden periodiek herzien om mee te kunnen bewegen met het pad om het akkoord van Parijs te realiseren.
Daarnaast moet aangetoond worden dat er wordt voldaan aan minimale sociale garanties (minimum safeguards); de procedures en processen van een onderneming dienen overeen te komen met Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) richtlijnen en leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten.
Als de ‘taxonomie-eligible’ economische activiteiten voldoen aan de technische screeningcriteria én geen schade doen aan de genoemde milieudoelstellingen én er wordt voldaan aan de minimale sociale garanties dan zijn zij ‘taxonomie-aligned’.
Taxonomie-eligible activiteiten
Met de volgende economische activiteiten draagt Stedin bij aan verduurzaming:
4.9 Transmissie en distributie van elektriciteit (deze hoofdactiviteit van Stedin valt onder NACE-code ‘35.13 Distributie van elektriciteit’);
6.5 Vervoer met motorfietsen, personenauto's en lichte bedrijfsvoertuigen; en,
7.7 Verwerving en eigendom van gebouwen.
De taxonomie kent ook niet-duurzame economische activiteiten, zogenaamde 'taxonomie non-eligible' economische activiteiten. Voor Stedin betreft dit NACE-code '35.22 Distributie van gas'.
Voor bovengenoemde taxonomie-eligible activiteiten hebben wij vervolgens beoordeeld of deze bijdragen aan - én geen schade doen aan de genoemde 6 milieudoelstellingen:
Klimaatmitigatie
Het elektriciteitsnet van Stedin is, zoals vastgelegd in de Elektriciteitswet 1998, aangesloten op het Europese stelsel van energiesystemen en voldoet daarmee aan een belangrijk screeningcriterium. Middels ons elektriciteitsnet worden steeds grotere hoeveelheden duurzaam opgewekte elektriciteit getransporteerd en daarmee valt deze activiteit binnen het gedachtegoed van de taxonomie. Het inzetten op elektrisch vervoer (zowel bij personenauto’s als bij onze bedrijfsbussen) heeft een positieve impact. Ruim tweederde van onze nieuw aangeschafte of vervangen bedrijfswagens in 2022 stoot minder dan 50 g CO2/km uit en voldoen daarmee aan de screeningcriteria. Tot slot zien we hier het positieve effect van de verduurzaming van onze gebouwen. Drie grote huisvestinglocaties (Delft, Utrecht en Goes) beschikken over energieprestatiecertificaten in de klasse A en A++ en voldoen daarmee aan de screeningcriteria. De economische activiteiten die als eligible zijn geclassificeerd (4.9, 6.5, en 7.7) dragen bij aan klimaatmitigatie.
Klimaatadaptatie
Stedin heeft de meest waarschijnlijke klimaatveranderingen die voor haar activiteiten van belang zijn en materiele impact hebben op haar verzorgingsgebied in kaart gebracht. Dit zijn overstromingsrisico's en de impact van klimaatontwikkeling op ons net. Om bijvoorbeeld vast te stellen hoe groot de impact is van hittestress op onze bovengrondse assets voeren we een pilot uit met hittesensoren. Stedin werkt daarnaast samen met de andere netbeheerders binnen Netbeheer Nederland aan klimaatgerelateerde onderwerpen. Daarnaast zijn wij betrokken bij het Deltabesluit Ruimtelijk Adaptatie, wat beheerders van vitale infrastructuur verplicht om onderzoek te doen naar de impact van wateroverlast en overstromingen op het functioneren van de infrastructuur en indien nodig passende maatregelen te nemen. Ondanks deze belangrijke stappen concluderen wij dat wij nog niet aan alle criteria van de taxonomie voldoen. In 2023 zet Stedin vol in op het volledig opzetten van klimaatadaptatiebeleid en het invullen van nog niet ingevulde criteria zoals het uitvoeren van een volledige klimaatrisicoanalyse en het opstellen van een klimaatadaptatieplan. U leest hier meer over in paragraaf 'Risico's voor Stedin door klimaatverandering en -adaptatie' in hoofdstuk Impact op mens en milieu.
Duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen
Voor deze milieudoelstelling zijn nog geen criteria gepubliceerd.
Transitie naar een circulaire economie
Samen met onze afvalverwerkers streeft Stedin naar maximaal hergebruik of maximale recycling aan het einde van de levensduur van assets en materialen overeenkomstig met de afvalhiërarchie. Dit is contractueel vastgelegd en daarmee voldoen wij aan een belangrijk screeningcriterium. Om te kunnen beoordelen of de door ons gebruikte personenauto’s en bedrijfsbussen voldoen aan de vereisten van deze milieudoelstelling zijn wij in overleg met onze leveranciers. Tot nu toe hebben wij nog niet alle benodigde informatie verkregen om hier over te rapporteren. Lees hier meer over in het hoofdstuk Impact op mens en milieu.
Preventie en bestrijding van verontreiniging
Stedin volgt de principes van de IFC General Environmental, Health and Safety Guide Lines en maakt geen gebruik van polychloorbifenyl (PCB) zoals sinds 1985 is verboden volgens EEG Richtlijn 85/467/EEG. Daarmee voldoen we aan een belangrijk screeningcriterium. Ook hier zijn we afhankelijk van informatie van onze leveranciers om vast te kunnen stellen of wij bijdragen aan deze milieudoelstelling. Wij zijn hierover in overleg met onze leveranciers maar deze informatie hebben we tot nu toe niet kunnen verkrijgen om hier over te rapporteren.
Bescherming en herstel van biodiversiteit en ecosystemen
Stedin voert hierover gesprekken met gemeenten, provincies, hoogheemraadschappen en omwonenden, en is inmiddels op vijf grote stations aan de slag gegaan om invulling te geven aan biodiversiteitsherstel. Denk daarbij aan het aanbrengen van groene daken en/of beplanting op en om onze transport- en distributiestations. Stedin werkt volgens de Wet Natuurbescherming en voert de vereiste remmende en compenserende maatregelen van een milieueffectbeoordeling of -screening uit. Dit is een vast onderdeel van de projectaanpak. Tevens is er, in afwachting van de implementatie van de Omgevingswet, een Infographic ‘Stikstofdepositie bij Investeringsprojecten’, een toolbox ‘Stikstofdepositie en Natura2000 gebieden bij aansluitingen’ en een instructie ‘Omgevingsscan Natura 2000’ geïmplementeerd. Deze middelen geven aan welke stappen er genomen dienen te worden om tot een tracé te komen waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijke negatieve effecten van onze werkzaamheden op planten, dieren en habitats. De impact van stikstof speelt ook een rol. Wanneer er noodgedwongen toch in een Natura2000 gebied gewerkt moet worden zal een quickscan of ecologisch onderzoek worden aangevraagd. De uitkomsten van de ecoloog dienen te allen tijde te worden meegenomen in het ontwerp en de uitvoermethode. Ondanks de velen stappen in de juiste richting, voldoen wij nog niet aan alle criteria van de Taxonomie. In 2023 zetten wij vol in om de laatste puntjes op de i te realiseren waaronder het implementeren van onze herijkte duurzaamheidsstrategie. Meer over biodiversiteit leest u in Impact op mens en milieu
Minimumgaranties
Stedin past de Nederlandse Corporate Governance Code toe. Daarnaast zijn er verschillende stappen gezet om aan de sociale minimumgaranties voor alle vier de ethische thema's (mensenrechten, omkoping en corruptie, belasting en eerlijke competitie) te voldoen. Zo hebben we een 'Potential Risk'-analyse laten uitvoeren op onze inkoopketen en een plan van aanpak opgesteld in lijn met de Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD) voorzien van het 6- stappenplan geïnspireerd op de OESO. In 2023 gaan wij hier per kwartaal op rapporteren. Ook hebben we maatregelen genomen om risico's en nadelige (interne) effecten op deze thema's te voorkomen via onze vertrouwenspersonen, klokkenluidersregeling, gedragscode en inkoopbeleid. Lees hier meer over in het hoofdstuk Governance. Tenslotte hebben we ook passende processen geïmplementeerd om ervoor te zorgen dat relevante wetten en richtlijnen worden nageleefd ten aanzien van omkoping en corruptie, belasting en eerlijke competitie en zijn we ISO 27001 (Informatiebeveiliging) gecertificeerd. Ondanks deze belangrijke stappen voldoen wij nog niet aan alle criteria van deze minimumgaranties, zo missen wij bijvoorbeeld nog een overkoepelend beleid.
Waar staan we nu
Stedin heeft afgelopen jaren belangrijke stappen gezet op het gebied van het bereiken van haar duurzaamheidsdoelen. Op basis van een gedegen beoordeling van de EU Taxonomie concluderen wij echter dat wij op de milieudoelstellingen 'Klimaatadaptatie' en 'Biodiversiteit en ecosystemen' nog niet volledig voldoen aan de daartoe gestelde criteria en de minimale sociale garanties. Volgend op de binaire werkwijze van de EU Taxonomie (een onderneming is wel óf niet aligned), rapporteren wij daarom over 2022 wél eligible omzet, CapEx en OpEx maar géén alignment op deze categorieën.
In tabelvorm, gesplitst naar omzet, CapEx en OpEx, ziet dat er als volgt uit:
Netto impact op de 6 klimaatdoelstellingen van de EU
Stedin wil in 2030 een klimaatneutrale, circulaire, diverse en inclusieve organisatie zijn. Daarbij willen we onze positieve impact op de milieudoelstellingen vergroten en negatieve impact van onze bedrijfsvoering zo klein mogelijk maken. Onderstaand figuur laat de inschatting zien van de netto-impact van Stedin op de thema’s, zoals die in de EU Taxonomie zijn geformuleerd. Naast directe impact door ecologische schade van de inkoop van goederen en afval, is er ook de impact door onze rol in de energieketen. De belangrijkste manier waarop we de nu nog netto negatieve impact kunnen verminderen, is door het verder faciliteren van de energietransitie.
Zo leidt het vergroenen van de energiemix tot een grote reductie in de bijdrage aan klimaatverandering, luchtvervuiling en watervervuiling. De klimaatdoelstellingen van de EU focussen zich vooral op het beoordelen en rapporteren van de impact op het zogenaamde 'natuurlijk kapitaal'. De impact van Stedin op alle kapitalen zoals genoemd in het waardecreatiemodel leest u in het hoofdstuk Het meten van impact. Hoe wij onze positieve impact vergroten en negatieve impact actief verminderen, leest u terug in het hoofdstuk Impact op mens en milieu.
Grondslagen
Omzet
De totale omzet onder de EU Taxonomie sluit aan bij de IFRS verslaggevingsstandaarden en is daarmee gelijk aan de totale (netto-)omzet zoals gepresenteerd in de Geconsolideerde winst- en verliesrekening. Van de totale omzet is bepaald welk deel wordt verdiend met 'taxonomie-eligible' activiteiten, door per omzet-genererende activiteit te bepalen in hoeverre deze activiteit genoemd is in de EU Taxonomie.
Kapitaaluitgaven (CapEx)
De totale kapitaaluitgaven onder de EU Taxonomie betreffen de investeringen in materiële vaste activa (zie Materiële vaste activa), alsmede door acquisitie verkregen materiële vaste activa (indien van toepassing), de investeringen in immateriële vaste activa (zie Immateriële vaste activa) en de toevoegingen aan het gebruiksrecht actief (IFRS 16) (zie Leases). Van de totale kapitaaluitgaven is bepaald welk deel betrekking heeft op 'taxonomie-eligible' activiteiten, door per activagroep te bepalen met welke economische activiteit deze samenhangt en in hoeverre deze activiteit genoemd is in de EU Taxonomie.
Operationele uitgaven (OpEx)
De operationele uitgaven onder de EU Taxonomie worden gedefinieerd als directe niet-geactiveerde kosten die betrekking hebben op het onderhoud van onze activa. Stedin heeft op basis van deze definitie enkel de uitgaven van onderhoud en storingen geclassificeerd als operationele uitgaven onder de EU Taxonomie. Van deze onderhouds- en storingskosten is bepaald welk deel betrekking heeft op 'taxonomie-eligible' activiteiten.
De omschrijvingen van de geïdentificeerde eligible activiteiten (4.9, 6.5 en 7.7) kennen geen overlap. In het bepalen van de tellers voor de drie KPI's (omzet, CapEx en OpEx), bestaat dus geen risico op dubbeltelling in de tellers van de KPI's.